19 AUGUSTUS 1975
677
Daarover zullen de heer Houben en ik een levensgrote discussie kunnen
beginnen. De heer Van Banning merkte op dat het plan hem aanspreekt
en ook het college en zijn adviseurs zijn bijzonder enthousiast over het
ontwerp.
De heer Houben heeft namens de federatie van fracties over gro
te verbolgenheid gesproken, en hij heeft daarover een drietal punten
aangevoerd. Het binnenstadsrapport is niet afgerond, het gaat hier om
een belangrijk punt uit het binnenstadsrapport en de heer Houben vindt
het moeilijk hierover op voorhand al een beslissing te gaan nemen, voor
uitlopend op het binnenstadsrapport. Het college deelt die mening, maar
de afweging van zaken niet de externe adviseurs beslissen, in net
preadvies wordt erop gewezen dat het vestigen van dit gebouw op deze
plaats, met winkelruimte opgenomen is in het vaste deel van het bin
nenstadsrapport -- heeft tot het besluit geleid de raad dit voorstel te
doen. Om elk misverstand te voorkomen wijs ik erop dat "vast" wil zeg
gen dat het vast is in de mening van de aanbieders van dat rapport. Wij
pretenderen dan ook helemaal niet dat de raad heeft besloten dat deze
bouw mogelijk is. Wij hebben alleen op grond van interne en externe
adviezen de conclusie getrokken dat het een goede zaak is.
De heer Houben heeft gezegd dat de raad nooit heeft besloten
dat de tweede fase van de sociale dienst en de afdeling bevolking aan
de orde zou komen. Hij combineerde deze opmerking met een verwijt
aan het college dat er bij de DACW veel te weinig is ingediend, waar
door de DACW komt vragen of Breda nog werk heeft. Wij moeten de
zaken op een rij houden. In een vorig preadvies is in overleg met de
commissie ad hoe gemeentelijke huisvesting voor de raad een zicht op
lange termijn op de gemeentelijke huisvesting in fasen geëtaleerd. De
raad is op dit punt duidelijk geïnformeerd. Er zijn toen geen besluiten
genomen, behoudens ten aanzien van de huisvesting in ae Catharina-
straat van een aantal secretariefuncties. Het staat mij voor de geest dat
het in totaal ging om plannen tot een bedrag van 18 miljoen. De
raad is meegedeeld dat deze plannen als geheel bij de DACW zouden
worden aangemeld, naast de lijst van enkele tientallen miljoenen gul
dens die al was aangeboden. De raad was op de hoogte van de middel
lange termijnvisie op de gemeentelijke huisvesting: de situatie aan de
Catharinastraat, bureaubevolking, verplaatsing van het bureau interne
zaken, de nieuwbouw van de muziekschool, de sociale dienst, etc. De
ze zaken zijn bij de DACW gedeponeerd en de leden van de commis
sie voor openbare werken krijgen elk half jaar de lijst van de DACW-
objecten ter visie. De heer Houben mag dan niet zeggen dat Breda te
weinig alert is, dat het college niet veel doet in het kader van de werk
gelegenheid. Ik kan u garanderen dat een bedrag van f. 30 tot 40
miljoen aan werken bij de DACW is aangemeld. Gelukkig zit een groot
aantal van die werken in de computer en uit de informatie van de DACW
en de centrale directie zal de heer Houben weten wat dat betekent.
Het is niet zo vreemd dat er op een bepaald moment van de
DACW een voorbericht komt over een mogelijke toewijzing van subsidie
voor het jaar 1976. Bij dat voorbericht is tevens de vraag gesteld hoe
veel werk wij aankunnen. Daarop hebben wij onmiddellijk geantwoord
dat het bij ons zou gaan om een bedrag van ongeveer 4 miljoen van
het volgende project. Aan de commissie ad hoe gemeentelijke huisves
ting hebben wij meegedeeld dat wij er alles aan zouden doen om een