67
13 FEBRUARI 1975
vonden door dit agendapunt niet nu maar aanstaande maandag te behan
delen. Op die manier kan vertraging worden voorkomen, terwijl de voor
bereiding van de behandeling -- het stuk was niet al te vroeg -- in de
komende dagen kan worden afgerond. Het college van burgemeester en
wethouders wil derhalve de behandeling van punt 33 uitstellen tot aan
staande maandag. Kan de raad daarmee instemmen?
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER: Aan de orde is de voortzetting van de behande
ling van agendapunt 15.
De heer VAN MALE; Naar aanleiding van de antwoorden van de
wethouder kan ik zeggen dat het mij verheugt dat hij heeft gezegd op
dit ogenblik over plaats en kosten van de nieuw te bouwen panden geen
uitsluitsel te kunnen geven, aangezien de onzekerheid over plaats en
kosten voor ons juist een beperking bij het vaststellen van ons standpunt
over de bebouwing vormde. Wanneer, zoals de wethouder heeft gezegd,
op dit ogenblik een opiniepeiling in het geding is en de raad geen be
sluit wordt gevraagd, waarmee hij vast aan het bedrag van 18 miljoen
gebonden is, mag men onze motie, die daarop betrekking neeft.beschou-
wen als een stuk papier met onze meningen. Wij zouden het college wil
len verzoeken deze meningen in zijn besluitvorming te betrekken.
Wij hebben reeds medegedeeld dat wij met de plannen voor de pan
den aan de Catharinastraat akkoord gaan. Blijft over, dat wij nog steeds
moeite hebben met de gedachten over een parkeergarage onder het Stads-
erf. De motie die daarop betrekking heeft zouden wij graag nog in stem
ming brengen.
De VOORZITTER: Ik begrijp hieruit dat u uw motie nr. I intrekt.
Ingetrokken zijnde maakt de motie nr. I van de heer Van Male
geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De heer TEN WOLDE: In verband met de subsidieverlening lijkt
het mij verstandig de plannen zo snel mogelijk als D.A.C.W. -object
aan te melden. Ten aanzien van de parkeergarage heeft ook de wethou
der zich enigszins vrijblijvend opgesteld. Het lijkt mij goed dat de ge
meente op vrij korte termijn actief gaat denken over eventuele alterna
tieve mogelijkheden. Op die manier kunnen wij, indien subsidie in
D. A. C. W. -verband wordt toegezegd, direct een alternatieve oplossing
voorhanden hebben.
Na deze opmerkingen over het preadvies nog iets over de moties van
de heer Van Male. Ik heb begrepen dat hij een motie niet heeft inge
diend, want ik heb er maar twee ontvangen. Met betrekking tot motie
I kan ik mededelen dat het mijn fractie verheugt dat daarin sprake is van
"het college van de raad van Breda". Motie II is naar de mening van de
V. V. D. -fractie op dit ogenblik overbodig.
De heer VAN BANNING: Ik neem aan dat wij thans nog niet in twee
de termijn debatteren. Als er nu alleen over de moties wordt gesproken,
ben ik al snel uitgepraat, maar over het voorstel zelf zou ik in tweede in
stantie nog een kort woord willen zeggen. Over de moties kan ik het vol
gende zeggen. Over de motie die is ingetrokken hoef ik niets meer te zeg
gen. De motie die thans nog aan de orde is heeft in het geheel geen zin
omdat zij betrekking heeft op een situatie waarin alle mogelijkheden nog