690 19 AUGUSTUS 1975 De gedachten die daarover leven zijn door de architect in het ontwerp verdisconteerd. De wethouder heeft gezegd dat de mensen best eens vrij mogen tekenen -- ik vraag mij af of dat doelmatig is maar ik zou willen weten of dat wel zo vrij is. Deze architect voelt zich er duide lijk door gebonden. Ik heb kennis genomen van de wijze waarop het college de fede ratie van fracties tegemoet heeft willen treden, zij het dat zulks wel licht in het preadvies niet goed is verwoord. Ik heb ook kennis genomen van de opmerking van de wethouder over de zin over de inspraak op pa gina 5. Ik blijf die zin onjuist vinden. Wij hebben de brief van het Comité Behoud Binnenstad nog eens nagelezen en wij vinden de brief een duidelijke afwijzende teneur heeft. De wethouder heeft nu ineens een nieuw element naar voren gebracht. Ik heb altijd begrepen dat dit comité een achtenswaardig college was, in februari is nog gezegd dat men de ongevraagde adviezen van het co mité op prijs stelde. Nu worden er wat vraagtekens bij het comité ge zet. Als de wethouder daarover bijzondere informatie heeft gekregen kan zulks gerechtvaardigd zijn, maar ik heb zaterdag nog contact gehad met één van de bestuursleden. Ik heb contact gezocht omdat de brief niet was verschenen in de plaatselijke pers en ik wist dus niet of men de brief verspreid had. Wij hadden de brief eerder gekregen dan andere fracties en in de vergadering van de commissie voor ruimtelijke ordening kon ik dan ook voorinformatie geven. Zaterdag heeft een bestuurslid mij ge zegd dat het gehele bestuur achter de brief stond, maar dat men om een heel nieuwe reden de brief niet in de publiciteit heeft gebracht. Het is interessant die reden te vermelden. Men heeft onlangs een uitnodiging van openbare werken gekregen over de opvattingen van het comité te komen discussiëren. Dat was toen voor het eerst na 19 jaar opponeren tegen allerlei plannen voor de binnenstad. Omdat er een zekere verstand houding was ontstaan vond men het beter de relatie plezierig te houden. Omdat de brief negatief was uitgevallen wilde men de zaken niet esca leren of de verstandhouding bemoeilijken. Om die reden is de brief niet in de pers verschenen. Men staat echter wel degelijk achter de stelling- name in de brief. Tenslotte kom ik aan de knappe prestatie van de architect. Ik zou dat willen relativeren, niet alleen omdat er van verschillende kan ten vraagtekens bij zijn gezet, maar omdat de architect de prestatie zelf relativeert. Op 26 juni heeft hij namelijk gezegd: twee jaar gele den heb ik een plan voor dat gebied gemaakt en dat plan was in bepaal de opzichten beter dan het onderhavige plan omdat het programma van eisen tot een minder volumineus gebouw leidde. Hij had toen ook een vorm van lintbebouwing, waarvoor wij hebben gepleit, kunnen realise ren. De architect heeft zelf gezegd dat het programma van eisen tot een volumineus gebouw leidt en dat hij het eigenlijk liever anders zou wil len doen. Hij vraagt zich dus kennelijk af of het niet beter op een an dere manier had gekund, en de wethouder heeft dat in het begin van zijn betoog in eerste instantie ook gezegd. Wij blijven ons afvragen of wij een plan van een dergelijke allure op zo korte termijn kunnen rea liseren. Wethouder VAN DUN: Ten aanzien van de inzage van stukken in de functionele commissies heb ik al gezegd dat ik mij afvraag of dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 690