707
18 SEPTEMBER 1975
werken.
Aan de sociografische dienst hebben wij verzocht de probleemstelling
te formuleren en ons te rapporteren over opzet en inhoud van het onder
zoek met raming van de daaraan verbonden kosten.
Daarbij hebben wij vermeld er van uit te gaan dat gebruik wordt ge
maakt van de gegevens, welke in verschillende administraties van de
gemeente en bij de woningbouwcorporaties aanwezig zijn.
Voorts hebben wij verzocht na te gaan of ook beschikt kan worden over
relevante gegevens uit het lopende stadsgewestelijk woningmarktonder
zoek, waarin ook aan deze bevolkingsgroepen aandacht wordt besteed
en te bezien of dit nog te entameren onderzoek op een of andere wijze
aansluiting kan vinden bij dit woningmarktonderzoek.
De staatssecretaris hebben wij bericht dat voorbereidingen zijn getrof
fen om tot onderzoek te komen en dat Breda binnen afzienbare tijd een
subsi die-aanvrage in de onderzoekskosten zal indienen.
Naar het ons voorkomt bestaat in dit stadium nog geen behoefte aan
het instellen van een stuurgroep, die -- als wij het goed zien -- tot
taak zal hebben op basis van de uitkomsten van het onderzoek de plan
ontwikkeling en realisering te bevorderen en te begeleiden.
In het kader van genoemde Nota huisvesting is het ministerie van volks
huisvesting en ruimtelijke ordening in samenwerking met het bouwcen
trum te Rotterdam in een drietal gemeenten, waaronder Breda momen
teel bezig met een vooronderzoek naar de problemen die zich voordoen
bij de inventarisatie van onderzoeksgegevens en de steekproeftrekking
uit bevolkingsregister. Aan dit vooronderzoek verlenen wij reeds onze
medewerking.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders beslo
ten.
4. Bijlage nr. 252
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
VASTSTELLEN VAN BEGROTINGSWIJZIGINGEN.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig dit voorstel besloten.
5. Bijlage nr. 253
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET
AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VER
VREEMDING VAN ONROEREND GOED.
De heer BECKERS: De cijfers van de sociografische dienst wij
zen erop dat er in Breda in de afgelopen periode sedert 4 september
minder woningwetwoningen zijn gereed gekomen dan woningen in de
vrije sector. Als men de cijfers met betrekking tot de in aanbouw zijn
de woningen bekijkt, ziet men hetzelfde ongunstige beeld. Dit bete
kent in economische termen gesproken dat vraag en aanbod niet met
elkaar in evenwicht zijn, want de door het centraal registratiebureau
opgegeven woningnood van ongeveer 3700 woningzoekenden in Breda