18 SEPTEMBER 1975 708 is juist te vinden bij de groepen die nog op de sociale woningbouw zijn aangewezen. Hoe zeer vraag en aanbod niet met elkaar in evenwicht zijn, blijkt bijvoorbeeld uit de schandelijk lange leegstand van de flats die onder de naam "Zuiderborg" aan de Zwijnsbergenstraat gelegen zijn. Nr. 2 van het voorstel dat hier aan de orde is betreft opnieuw luxebouw aan de Zwijnsbergenstraat. De gemeente is in het huisvestingsbeleid kennelijk een speelbal van kapitaalbelangen en projectontwikkelaars. De fracties van P. v.d.A. en P. P.R. zijn dan ook tegen de voorgestelde grondverkoop aan "Transimex". Deze verkoop vormt geen bijdrage tot de oplossing van de echte woningnood en versterkt de greep van project ontwikkelaars op gemeenschapsgrond. Waarom wordt deze grond niet door middel van erfpacht eventueel aan "Transimex" ter beschik king gesteld? Wethouder VAN DUN: Naar mijn mening is de heer Beckers volslagen buiten de orde, maar ik zou twee opmerkingen willen maken. De bedoeling van de bebouwing zal aan de orde komen wanneer wij op zijn minst in de commissie voor ruimtelijke ordening over de wijziging en de invulling van het plan spreken. Het lijkt mij wat onzindelijk om twee keer over hetzelfde onderwerp te discussieren. Ik ben graag "in" voor deze discussie, maar ik geloof dat zij op die plaats moet worden gevoerd. De heer Beckers heeft gezegd dat de gemeente in het kader van het huisvestingsbeleid een speelbal voor kapitaalverstrekkers en pro jectontwikkelaars zou zijn. Deze opmerking is naar mijn mening vol strekt onder de maat. De heer BECKERS: De wijziging van het bestemmingsplan en de bestemming van de grond worden weliswaar door de wethouder van elkaar losgekoppeld, maar ik meen dat het toch zin heeft een klei ne discussie aan te gaan, bijvoorbeeld over de door mij zojuist gestelde vraag over erfpacht. Overigens meen ik dat mijn opmerkingen noch buiten de orde noch beneden de maat waren. De VOORZITTER: Moeten wij nu op deze wijze met elkaar discussiëren.' De heer Van Dun heeft geen behoefte hierover nog iets te zeggen. i Ik neem aan dat de heer Beckers namens zijn groepering heeft gesproken en dat deze tegen het voorstel wenst te stemmen. De heer BECKERS: Ik heb gevraagd waarom deze grond niet in erfpacht wordt uitgegeven. Deze vraag hangt zeer duidelijk met het aan de orde zijnde onderwerp samen en ik begrijp dan ook niet waarom ik er geen antwoord op krijg. Wethouder VAN DUN: Aan de raad is toegezegd -- wij heb ben daar naar aanleiding van een interventie van de heer Crul uitvoerig over gediscussieerd -- dat zodra in belangrijke nieuwe uitbreidingsge bieden van Breda tot uitgifte van gronden zal worden overgegaan, tege lijkertijd door het college aan de raad een nota over de methodiek van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 708