18 SEPTEMBER 1975
724
even zeggen of dat beraad nog heeft plaatsgevonden.
Tegen het opnemen van deze regeling in het reglement
van orde, alsmede tegen de procedure hebben wij enige bezwaren. In
dit verband hebben wij wensen aan u overgebracht. Nu kan men vaststel
len dat het ter tafel liggende voorstel voor de behandeling van de begro
ting voor 1976 eigenlijk weinig consequenties meer heeft, omdat de in
het voorstel beschreven werkwijze met betrekking tot deze begrotingsbe
handeling toch al zal worden uitgevoerd. Wij menen dan ook dat er
geen haast bij is. Mede omdat u in de commissie tot de heer Brummel-
kamp hebt gezegd dat u hierover nog eens met het college zou spreken,
is het misschien mogelijk het thans ter tafel liggende voorstel terug te
nemen. Wij zouden willen vragen of het college daartoe bereid is. Als
het voorstel zou worden teruggenomen zou in de commissie voor alge
mene zaken aan het eind van het jaar kunnen worden nagegaan of voor
de behandeling van de begroting voor 1977 een andere procedure moge
lijk is. Daarbij zouden wij dan uiteraard graag onze wensen in de be
schouwingen betrokken zien. Deze wensen hebben, zoals gezegd, be
trekking op het op een andere wijze en vroeger inschakelen van de com
missies en het betrekken van de burgers bij de begrotingsbehandeling.
Als het college niet in staat is het voorstel terug te nemen
-- wij menen dat dit wel degelijk mogelijk is omdat de hier voorgestel
de handelwijze töch al zal worden gevolgd --, is het misschien moge
lijk aan het einde van het jaar in de commissie voor algemene zaken
deze materie nog eens aan de orde te stellen, zodat over onze wensen
en de inbreng van het college kan worden gesproken.
Ik heb geprobeerd dit op een vriendelijke manier te vragen;
misschien heeft dat enige invloed.
De VOORZITTER: Ik zal straks ontzaglijk vriendelijk ant
woorden.'
De heer TAKS: De V. V.D. -fractie is van oordeel dat de
ervaring die gedurende de afgelopen jaren met de nieuwe procedure tot
vaststelling van de begroting is opgedaan als positief kan worden gekwa
lificeerd. Het lijkt ons nu het moment om de bepalingen in het regle
ment van orde aan de nieuwe methodiek aan te passen. Invoeging in
het reglement van orde van de elementen die de heer Crul daarin zou
willen opnemen is, afgezien van de in het preadvies reeds genoemde
bezwaren, naar ons oordeel ongewenst, omdat daarmee nog geen enke
le praktijkervaring is opgedaan. Ik ben het met de heer Crul eens dat
het in hoge mate tot de taak van de commissies van advies en bijstand
behoort indicaties voor het beleid te geven, maar ik zou dit bij voor
keur los van de begrotingsprocedure willen zien. De commissies kunnen
ingevolge artikel 51 sub c van het reglement te allen tijde -- dus het
hele jaar door -- eigener beweging adviezen aan het college geven.
Een weloverwogen en selectief gebruik van deze mogelijkheid is naar
ons oordeel te prefereren boven het produceren van een grote stortvloed
van suggesties in het kader van de begrotingsbehandeling die onmogelijk
tijdig kunnen worden verwerkt.
Ook is een suggestie met betrekking tot het geven van in
spraak aan de bevolking gedaan. Het lijkt ons onjuist in het reglement
van orde vast te leggen in welke gevallen en op welke wijze aan de