727
18 SEPTEMBER 1975
redacteur van dit stukje was? Ik geloof dat het een bekende figuur was.
De heer OOMEN: Onder het stukje staan de volgende namen;
Leun van Breda en Jean Couteaulong. Ik kan mij helaas niet meer herin
neren wie die redacteuren waren. De toenmalige schrijvers zullen wel
redenen hebben gehad om onder pseudoniem te publiceren.
De VOORZITTER: U hebt langzamerhand de leeftijd dat u
zichzelf mag citeren.'
De heer OOMEN: Jean Couteaulong was een aanduiding voor
iemand met lange messen. Tegenwoordig kunnen wij met andere en
subtielere wapens werken.'
Het eerste optreden van de heer Merkx was dus ten aanzien
van de Unie van Oranjesteden duidelijk kritisch en ik meen dat deze
kritiek verstandig was. Het zojuist gegeven citaat dateert van 1971. In
middels zijn wij vier jaar verder en nu komt er wéér een voorstel om
de Unie te verbreden en op een andere basis te werk te gaan. Het zal
duidelijk zijn dat mijn groepering daar erg weinig vertrouwen in heeft.
In 1971 werd reeds gezegd -- daarvóór was hier ook door anderen op
gewezen -- dat de Unie eigenlijk overbodig was en dat er heel andere
dingen aan de orde moesten komen. Wij kunnen ons voorstellen dat
men in 1963 meende dat het zin had tot een jumelage met enkele
Europese steden te komen, teneinde de Europese gedachte te verbre
den. De toenmalige politici zullen dat wel hebben bekeken. Tegen
woordig hebben althans onze fracties evenwel een enigszins andere vi
sie op het streven naar een Europese eenheid en de versterking van de
Europese gedachte in Breda en elders. Wij vinden dat men zich veel
meer op het mondiale denken zou moeten richten. Op het ogenblik
wordt beseft dat de Europese landen de rijke landen van de wereld zijn
en dat het veel meer zin zou hebben aandacht aan de mensen in de
Derde Wereld te schenken. Ook het regeringsbeleid gaat iets meer in
die richting.
Wij zouden in Breda ruimte willen maken voor het verlenen
van subsidie aan groepen die op een andere manier bezig zijn. In dit
verband denken wij aan groepen die aandacht voor wereldproblemen
vragen en die hun activiteiten richten op -- ik citeer de kort geleden
verschenen cultuurnota -- "een fundamentele democratisering en be
wustwording". Op dit doel richten zich bijvoorbeeld groepen van kri
tische filmers -- er is van die zijde een subsidie-aanvraag gedaan --,
het Activerend Volkstheater en het Filmhuis. Ik heb vernomen dat hier
in totaal een bedrag van ongeveer 4. 50. 000, -- in het geding is. Met
alle begrip voor degenen die zich bij de Unie van Oranjesteden willen
vermaken, willen wij aan de hiervoor genoemde activiteiten, die naar
onze mening belangrijker zijn, een grotere prioriteit toekennen. Wij
staan dan ook afwijzend tegenover het aan de orde zijnde voorstel.
De heer GIELEN: Dit voorstel heeft ook in onze fractie de
nodige aandacht gekregen. Men vroeg zich daarbij onder meer af of
de onderhavige activiteiten in deze tijd nog wel nodig zijn en of wij
de financiële middelen niet ergens anders voor zouden kunnen gebrui
ken. Ik kan mededelen dat mijn fractie van mening is dat wij al zo