756
16 OKTOBER 1975
veld, houd ik mij daarvoor persoonlijk gaarne aanbevolen, onder aante
kening dat de portefeuilleverdeling een zaak van het college van burge
meester en wethouders is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De VOORZITTER: Het lijkt mij logisch dat wij agendapunt
29 behandelen voordat ik agendapunt 19 aan de orde stel. Kan de raad
daarmee akkoord gaan?
Aldus wordt besloten.
29. bijlage nr. 304
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
AANVAARDING VAN DE NOTA INZAKE BEDRIJFSBELEID
HUIS VUILOPHAALDIENST 1976-1982.
De heer TAKS: Het beleid dat de laatste jaren met betrek
king tot de huisvuilophaaldienst wordt gevoerd, wordt gekenmerkt door
een samenstel van maatregelen die gericht zijn op bevordering van de
efficiency. Het is in het belang van de Bredase burger dat de kosten
van de ophaaldienst zo veel mogelijk worden beperkt, omdat voor de
exploitatie van het vervoerbedrijf het beginsel geldt dat het huisvuil-
recht 100 kostendekkend wordt gehouden. Dit op doelmatigheid ge
richt beleid verdient dan ook alle waardering.
In de nota "Alternatieve methoden van inzameling huisvuil",
die door de raad op 20 juni 1974 is aanvaard, zijn maatregelen opgeno
men, zoals de verdere uitbreiding van de "containerisatie" en de ver
vanging van de huisvuilemmer door de plastic zak, die alle leiden tot
vermindering van het personeelsbestand bij de ophaaldienst. Naast de
ze maatregelen, waarvan tot nu toe alleen de "containerisatie" ten dele
is gerealiseerd, zijn in 1974 op basis van het efficiency-onderzoek
huisvuilophaaldienst 1973 enkele wijzigingen aangebracht in de werk
wijze van de ophaaldienst. Omdat al deze maatregelen in belangrijke
mate met het personeel samenhangen, ligt het voor de hand dat ook de
commissie personeelszaken bij de beleidsadvisering is betrokken. Het
getuigt naar onze mening van een goed personeelsbeleid, als bij een
reorganisatie met personeelsconsequenties aan de belangen van het per
soneel een doorslaggevende betekenis wordt toegekend.
De commissie personeelszaken heeft in december 1973 de
reorganisatiemaatregelen, volgend uit zowel het efficiency-onderzoek
als de nota inzake alternatieve methoden, van een gunstig advies voor
zien. Dit advies ging vergezeld van de voorwaarde dat de maatregelen
zonder ontslag uit gemeente-dienst zouden worden verwezenlijkt, met
andere woorden; door gebruikmaking van het natuurlijk verloop en door
verplaatsing naar andere afdelingen van het vervoerbedrijf dan wel
naar andere gemeentelijke diensten of bedrijven. Nu inmiddels is ge
bleken dat de aanvankelijke verwachtingen omtrent de mogelijkheid
om vervangend werk te bieden te optimistisch zijn geweest, is het
conform een goed personeelsbeleid dat de verdere uitvoering van de
efficiency-maatregelen volledig op het natuurlijk personeelsverloop