16 OKTOBER 1975 767 Als een bepaalde methodiek namelijk niet de instemming van het onder wijs heeft, raken wij verzeild in allerlei wettelijke bepalingen die dan weer, alle planning ten spijt, een geheel andere ontwikkeling laten zien dan een stadsbestuur als de meest gewenste zou beschouwen. Zoals men weet, biedt de wet mogelijkheden om ondanks prognoses en wat daarmee samenhangt tot de stichting van bepaalde scholen te komen, waarbij het gemeentebestuur de aanspraken die men in het wettelijk ka der heeft zal moeten honoreren. Een ander vraagstuk is het volgende. Als men zich op de voorkeur van de ouders wil richten -- mijns inziens is dat een belang rijk gegeven -- krijgt men te maken met het vraagstuk van de present stelling van de verschillende vormen in de nieuwe stadsdelen op een juist ogenblik. Een volgend vraagstuk, waar wij nog niet geheel mee klaar zijn, kan als volgt worden omschreven. Wanneer men de waarde, de opzet etc. zou hebben bekeken en ruim overleg zou hebben gepleegd, krijgt men nog te maken met de vraag wat het te verwachten nut is en wat de te verwachten kosten zijn. Ik heb in de commissie onderwijs toegezegd dat ik over de materie als zodanig overleg zou plegen en ik heb nu iets verteld over de eerste inzichten, die nog niet zijn afgerond. Ik ben bereid en voornemens het overleg voort te zetten teneinde na te gaan of er nut en zin aanwezig zijn. Mijnheer de voorzitter. Ook ik ben buiten de orde geweest. In de commissie ben ik daar al mee begonnen en ik heb het hier in navolging van de leden voortgezet. De VOORZITTER: Na alle toezeggingen die u hebt gedaan vraag ik nu het oordeel van de raad in tweede termijn. De heer WELSCHEN: Ik zou vrij kort kunnen zijn. In de commissievergadering heb ik medegedeeld dat wij deze kwestie tame lijk belangrijk vonden en dat wij overwogen er een motie over in te dienen. Ik denk dat het verstandig is die overweging staande te houden en de motie in de achterzak te laten zitten, bijvoorbeeld -- volgens de suggestie van de voorzitter -- voor bij de begrotingsbehandeling. Inmiddels kan de wethouder zijn toezeggingen gestand doen door ons in de commissie onderwijs uitvoerig te vertellen hoe een denominatie - -onderzoek" verloopt. Ik ken de term en het is mij bekend dat het on derzoek in Eindhoven de resultaten van de huidige methodiek in feite heeft bevestigd. Wij willen hier dan ook geen keihard politiek punt van maken, maar wij willen gewoon dat een en ander zorgvuldig wordt gedaan. Als de wethouder de toezeggingen werkelijk hard maakt en hieromtrent in de komende commissievergadering nadere informatie wil geven, zou ik de motie in portefeuille willen houden. Hierbij teken ik aan dat ik vanavond vrij veel nieuwe infor matie heb gekregen, in het bijzonder met betrekking tot de reactie van de sociografische dienst. Ik had al verwacht dat dergelijke informatie bekend was, maar het is jammer dat wij haar in de commissievergade ring, waarin dit onderwerp ter sprake is geweest, niet in deze vorm aangeboden hebben gekregen. Hierbij zou ik het willen laten. De VOORZITTER: Het is plezierig dat u de kwestie op de-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 767