76 13 FEBRUARI 1975 accommodaties gelden. Dat dit van invloed is op de hoogte vandesub- sidie die de gemeente aan verenigingen geeft, is natuurlijk ook juist. Een en ander heeft echter tot op heden nog niet geleid tot een duidelij ke verstoring van het totale beeld. Het overleg omtrent de hoogte van de tarieven dat tussen de schoolbesturen en de dienst wordt gepleegd lijkt mij van dien aard, dat wij ook in de toekomst een dergelijke verstoring niet hoeven te verwachten. De heer BECKERS: Dwingt u de schoolbesturen op deze manier de tarieven eveneens te verhogen? Wethouder VAN GRAAFEILANDs Wij hebben de schoolbesturen ner gens toe te dwingen; zij zijn hierin tamelijk autonoom. De bevordering van de recreatiesport staat naar ik meen in ieder politiek partijprogramma voorop, ook in het programma van de huidi ge en andere regeringen; daarover bestaat geen enkel verschil van me ning. Evenmin bestaat verschil van mening over de noodzaak om finan ciële drempels -- ook in het kader van de recreatiesport --zo laag mo gelijk te houden. Dit houdt evenwel natuurlijk niet in dat wij de tarie ven kunnen handhaven op het peil dat op een gegeven ogenblik is be reikt en dat wij de extra exploitatiekosten die er ieder jaar bij komen voor rekening van de overheid kunnen laten komen. Een dergelijk beleid laat mijns inziens de wal het schip keren. De VOORZITTER: Er zijn opmerkingen gemaakt over foutjes die in het voorstel geslopen zouden zijn. Ik kan een en ander op dit ogen blik niet precies overzien. In de bijlage schijnen enkele foutjes voor te komen en wanneer deze correctie van de besluitvorming noodzakelijk zouden maken, zou een en ander eventueel nog opnieuw aan de orde moeten komen. Overigens meen ik dat het concept-besluit op blz. 4 van het eigenlijke voorstel volkomen correct is. Daarop dienen wij bij de besluitvorming af te gaan. Mochten er in de bijlagen foutjes staan, dan dienen deze gecorrigeerd te worden. Mijn voorlopige indruk is, dat eventuele foutjes niet van ernstige aard zijn en geen invloed op de be sluitvorming hebben, maar dat zal mijns inziens even moeten worden nagegaan. Ik zou thans het amendement van de heer Martens in stemming willen brengen. De heer DEES: Ik moet de heer Martens in ieder geval één ver dienste toekennen: zijn betoog was duidelijker dan zijn amendement. Mijns inziens rammelt het amendement aan alle kanten en is het ondui delijk wat ermee wordt bedoeld. De tekst kan niet als een amendement op het collegevoorstel worden beschouwd, zodat ik mij afvraag wat de bedoeling dan wél is. Het amendement hangt in de lucht, waarbij ik dan nog afzie van onze bezwaren tegen het toekennen aan de dienst voor jeugd en sport van een extra budget van nader te bepalen omvang. Het voor stel om een dergelijk bedrag toe te kennen lijkt mij in strijd met een eerder deze avond door P. v. d.A. en P. P. R. ingenomen standpunt, na melijk dat een bepaald bedrag niet aan de dienst van Beplantingen moest worden toegekend. In dat geval had het extra budget nog een bepaalde omvang, maar hier wil men kennelijk een blanco cheque verstrekken; wij voelen daar niets voor. De heer MARTENS: Ik herinner u aan het egalisatiefonds,waarbij een tekort van 1 miljoen is weggewerkt.' I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 76