16 OKTOBER 1975
771
volgende worden opgemerkt. In het overleg met de rijksoverheid is ons
medegedeeld -- dat is niet schriftelijk vastgelegd -- dat op continuering
van de rijkssubsidie met een trendverhoging zou mogen worden gere
kend, in afwachting van een definitieve rijksregeling. De definitieve
rijksregeling zal waarschijnlijk iets "royaler" dan de huidige zijn, aan
gezien de gedachten op dit ogenblik uitgaan naar financiering door de
rijksoverheid van de basisvoorzieningen van de schooladvies- en -bege
leidingsdiensten. Dit houdt overigens wel enige bemoeiing van het rijk
met de ontwikkeling van de S. A.D. in. Men dient namelijk vast te
stellen welke functionarissen tot de basisvoorzieningen worden gerekend,
zodat wij om voor subsidiering in aanmerking te komen met enige be
moeiing rekening moeten houden. Ten aanzien van het benoemingsbe
leid kan een en ander in zoverre gevolgen hebben, dat men eisen kan
stellen op het gebied van de kwaliteiten van functionarissen die voor
benoeming in aanmerking komen. Voorts ligt het in de rede dat ten
aanzien van de salariëring van deze functionarissen bepaalde normen
zullen worden gesteld. Enige bemoeiing van die zijde is dan ook wel
mogelijk, hoewel dient te worden vastgesteld dat het concrete benoe
mingsbeleid uiteindelijk bij de S.A.D. zelf blijft liggen.
Ik hoop dat de heer Hendriksen er begrip voor heeft dat ik
niet te diep inga op zijn opmerking dat zijn groepering positief en kri
tisch tegenover de S.A.D. staat. Mijns inziens is dat een goede instel
ling. Hij heeft in dat verband een vergelijking met een toeschouwer
van het Nederlands elftal gemaakt, maar ik weet niet of hij daarbij
ooit hetzelfde gevoel heeft als ik heb gehad: aan de ene kant kan zich
een moment van doffe ellende voordoen, aan de andere kant kan het
voorkomen dat men de spelers helemaal niet meer terugkent en moet
vaststellen dat zij toch bijzonder leuke dingen doen. Dergelijke ogen
blikken zouden zich bij de S.A.D.als men de vergelijking met het
Nederlands elftal kan maken, kunnen voordoen. Dat de S.A.D. een
"groeidienst" is levert specifieke problemen op die een kritisch volgen
inderdaad noodzakelijk maken. De claim van de S.A.D. met betrekking
tot de psychologen zou mijns inziens bij de behandeling van de begro
ting aan de orde moeten komen. Daar zal ook de kwestie van de beste
ding van gelden voor het buitengewoon onderwijs voor andere dingen
aan de orde kunnen komen. Ik heb daarover al meermalen gezegd dat
het naar mijn mening onjuist zou zijn en waarschijnlijk ook op moei
lijkheden bij de rijksoverheid zou stuiten. Overigens ben ik graag be
reid daarop zowel in de commissie voor onderwijs als in de raad nader
terug te komen. Mijns inziens kan dat het beste bij de behandeling
van de begroting gebeuren.
De heer HENDRIKSEN: Ik weet langzamerhand niet precies
meer wanneer ik buiten de orde ben en wanneer niet. Ik kan mij voor
stellen dat dit met betrekking tot een groot aantal door mij genoemde
punten inderdaad wèl het geval is, zodat ik bij de behandeling van de
begroting graag op die punten zal terugkomen. Over het voetbalelftal
kan ik alleen maar zeggen dat ik als actief voetballer altijd solidair
ben met wat er ook gebeurt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig