16 OKTOBER 1975 775 in de commissie culturele zaken alsnog principieel over de tarifering zelf kan worden gesproken. Aan het adres van de heer Van Asseldonk wil ik erop wij zen dat mededelingen die in een politiek pamflet voor de burgers wor den gedaan, een en ander soms enigszins versimpelen. Bovendien hoop ik altijd nog dat wij van mensen, die misschien in een enigszins onbezonnen bui als "niet al te deskundig" worden beschreven, toch nog kunnen leren. Ik ben ook maar een ondeskundige en wellicht kunnen wij samen iets beters opbouwen. De heer CRUL: Er zijn enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de commissievergaderingen die niet door ons zijn be zocht. Het is u, mijnheer de voorzitter, vooral omdat u daarbij ook een bepaalde rol hebt vervuld, bekend dat de aanleiding daartoe niet van ons is uitgegaan en dat wij het college uitdrukkelijk hebben ge vraagd de commissievergaderingen op te schorten, totdat de problemen zouden zijn opgelost of in ieder geval zou zijn besloten weer gewoon aan de werkzaamheden deel te nemen. De opmerkingen, die de heer Visser heeft gemaakt en waarop van de zijde van het college enigszins is ingegaan, acht ik, mede gezien de gesprekken met de voorzitter van de raad --ik neem aan dat hij het college heeft vertegenwoordigd onjuist. De heer BECKERS: Ik zou u willen vragen de vergadering voor enkele minuten te schorsen, want ik heb behoefte aan enig beraad met mijn fractiegenoten. De VOORZITTER: Gezien het tijdstip lijkt het mij goed dat wij die schorsing een kwartier doen duren en tegelijkertijd koffie gaan drinken. Ik schors de vergadering. PAUZE. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is nog steeds agendapunt nr. 38, waarover in eerste termijn is gespro ken en waarover ook in tweede termijn reeds een groot deel van de be raadslagingen heeft plaatsgevonden. Ik constateer dat de heer Oomen op zijn betoog in tweede termijn nog een aanvulling wil geven. De heer OOMEN: Om de gang van zaken enigszins te bekor ten zou ik via u aan de wethouder willen vragen of hij zijn toezegging met betrekking tot dit voorstel zou willen herhalen. Door allerlei tu mult heb ik deze toezegging niet precies verstaan of niet goed begre pen. Als de wethouder zijn toezegging wil herhalen, zal ik daarna graag mededelen welke gedragslijn ik zal volgen. De heer VISSER: Voor de heer Oomen zou ik nog even wil len herhalen wat ik in eerste termijn heb gezegd, aangezien hij door het tumult niet alles schijnt te hebben gehoord. Ik heb twee dingen gezegd. Ik heb er geen bezwaar tegen dat het voorstel nr. 321 in de commissie culturele zaken wordt behandeld. Dat is het eerste punt en ik hoop dat de heer Oomen het nu goed heeft gehoord. In de tweede

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 775