16 OKTOBER 1975
785
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
wordt achtereenvolgens conform deze voorstellen van burgemeester en
wethouders besloten.
48. bijlage nr. 339
NOTA VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS INZAKE
HET CONCEPT-ONTWERP VAN WET REORGANISATIE. BIN
NENLANDS BESTUUR.
De VOORZITTER: Ik wil over dit agendapunt graag iets
zeggen en ik hoop dat ik dat zal doen in de geest van de gesprekken
die in de pauze hebben plaatsgevonden. Er schijnt vandaag een motie
in de Tweede Kamer te zijn aangenomen, waarbij de Tweede Kamer
de minister van Binnenlandse Zaken verzoekt tot verlenging over te
gaan van de zeer krappe termijnen die hij heeft vastgesteld met betrek
king tot het inwinnen van adviezen over zijn wetsontwerp inzake de be
stuurlijke organisatie. Als ik het wel heb zal er in ieder geval van een
uitstel van enkele maanden sprake kunnen zijn. Ik zeg met nadruk
"kunnen", omdat niet vaststaat dat de minister deze motie ook zal uit
voeren. Nu is gevraagd of wij de behandeling van dit agendapunt tot
de novembervergadering zouden kunnen uitstellen, opdat wij de moge
lijkheid zullen hebben over deze uitermate belangrijke zaak nog eens
intern en vermoedelijk ook in uw fracties te beraadslagen. Ik kan u
wel voorspellen dat van de zijde van het college dit voorstel op deze
wijze opnieuw zal worden ingebracht. Wij moeten ons bij uitstel heel
goed van het volgende bewust zijn. In de eerste plaats zullen provinci
ale staten in de loop van de maand november over dit onderwerp verga
deren -- ik meen dat die vergadering op 14 november of op 21 novem
ber zal plaatsvinden -- wat betekent dat wij maar nauwelijks het advies
van de gemeente Breda bij provinciale staten zullen kunnen inbrengen.
In de tweede plaats moet naar mijn oordeel nadrukkelijk de behande
ling in het Stadsgewest op normale wijze doorgang kunnen vinden, wat
natuurlijk ook zal gebeuren. Het was de bedoeling dat ook van de kant
van de gemeenten tijdig een inbreng aan het Stadsgewest zou worden
geleverd. Inmiddels is dat al wel gebeurd door de toezending van dit
stuk aan het Stadsgewest, maar als de behandeling hiervan vandaag
wordt uitgesteld, zal het Stadsgewest zich wat dit betreft niet op een
uitspraak van de gemeenteraad van Breda kunnen beroepen. Ik wil er
nog een derde punt aan toevoegen. Door het Stadsgewest wordt het oor
deel van de gemeenteraad op prijs gesteld, maar bij vele gemeentera
den, die deze materie ten dele wel en ten dele niet hebben behandeld,
is al gebleken dat de termijnen bijzonder krap zijn waardoor de beïn
vloeding van de meningsvorming in het Stadsgewest tamelijk summier
moet worden genoemd. Ondanks de betrekkelijke risico's die wij lopen
-- het is niet helemaal niets -- wil ik u toch voorstellen dit agenda
punt in de novembervergadering te behandelen.
De heer HOUBEN: Is het mogelijk dit stuk ook in de com
missie ruimtelijke ordening te brengen? Het ruimtelijke-ordeningsbe
leid, onder andere de wijziging van de wet op de ruimtelijke ordening,
komt bij deze voorstellen namelijk ook ter sprake. Bovendien wordt in