786
16 OKTOBER 1975
de toelichting van de minister van Binnenlandse Zaken een aantal over
wegingen genoemd op grond waarvan er in West-Brabant één gewest
met een bepaalde stad als centrumstad zou moeten komen. Ik zou graag
zien dat die overwegingen ook in de commissie ruimtelijke ordening
ter discussie werden gesteld.
De VOORZITTER: Wij moeten nu niet op de inhoud van de
nota ingaan. Ik wil het door de heer Houben gevraagde zeer nadrukke
lijk niet toezeggen, want de voorstellen betreffen niet alleen de ruim
telijke ordening maar ook nog vele andere verzorgingstaken. Over het
verzoek als zodanig kan misschien nog nader worden gesproken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit agendapunt
tot de volgende vergadering aan te houden.
De VOORZITTER: Het verzoek heeft ons bereikt de vergade
ring vóór de rondvraag enige minuten te schorsen. Ik wil hieraan graag
tegemoetkomen omdat ook het college intern beraad wil houden. De
vergadering wordt enkele minuten geschorst.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
RONDVRAAG.
Mevrouw PAULUSSEN: In verband met de woningnood en de
wantoestanden bij kamerverhuur die in onze gemeente nog bestaan,
willen wij in deze rondvraag over twee onderwerpen vragen stellen: in
de eerste plaats over de sloop van huizen aan de Oude Vest en in de
tweede plaats over de pensionverordening.
Naar aanleiding van de voorgenomen sloop van de twaalf
woningen aan de Oude Vest zouden wij de volgende vragen aan het col
lege willen voorleggen.
Zijn b. en w. bereid met de eigenaar van deze woningen
te overleggen over stopzetting van de sloop totdat opnieuw overleg tus
sen de huurders en de eigenaar of eigenaren heeft plaatsgevonden?
Zijn b. en w. bereid te bemiddelen, opdat niet eerder tot
sloop wordt overgegaan dan op het tijdstip waarop een andere bestem
ming wordt gerealiseerd? Kan bij de bemiddeling worden gewezen op
de bestaande subsidiemogelijkheden voor het opknappen van woningen?
Deze kwestie geeft duidelijk aan dat de gemeente, wanneer
zij in de binnenstad de woonfunctie wil behouden, alle middelen die
er wettelijk zijn moet benutten. Wij doelen hier op artikel 56 van de
woningwet. Dit artikel houdt in dat bij Koninklijk Besluit gemeenten
kunnen worden aangewezen waar het verboden is zonder toestemming
van b. en w. een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat tot wo
ning bestemd was, te slopen, te gebruiken voor een ander doel dan be
woning of op andere wijze aan de bestemming tot woning te onttrekken
dan wel onttrokken te houden. Een aantal gemeenten maakt reeds ge
bruik van deze maatregel op grond van artikel 56 van de woningwet.