13 NOVEMBER 1975
806
niet gebeurd. Dit neemt niet weg dat wij het op dit ogenblik, zoals
straks uit het betoog van mevrouw Paulussen zal blijken, op grond van
een meer algemeen belang eveneens prudent achten deze zaak toch aan
de orde te stellen. Of dat in een openbare dan wel in een besloten raads
vergadering moet plaatsvinden, laat ik uiteraard graag aan de raad over.
Thans zou ik mijn betoog willen vervolgen en nader willen
ingaan op de vraag of er bij de verkoop van gemeentelijke panden al
dan niet een antecedentenonderzoek moet plaatsvinden.
De heer VAN ASSELDONK: Ik zou namens mijn fractie om
schorsing van de vergadering willen vragen.
De VOORZITTER: Ik schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Voordat wij
het debat voortzetten, zou ik willen mededelen wat van de kant van
het college en van mijn kant over deze zaak zou kunnen worden gezegd.
Namens het college kan ik zeggen dat naar onze mening, wanneer over
de zojuist door de heer Houben aan de orde gestelde algemene proble
matiek wordt gesproken, de vertrouwelijkheid niet of nog net niet is
overschreden. Naar aanleiding van het verbreken van vertrouwelijkheid,
waarover de heer Van Asseldonk heeft gesproken, wijs ik erop dat het
naar mijn oordeel niet aangaat eenzijdig beslotenheid op te heffen.
Voorts ben ik van oordeel aat, zodra er in dezen over personen zal wor
den gesproken, onder alle omstandigheden een besloten vergadering
zal moeten plaatsvinden. Wanneer ik bespeur dat men voornemens is
over personen te spreken, zal ik de vergadering opnieuw onderbreken
en de vraag aan de orde stellen of de raad over deze kwestie al dan niet
in beslotenheid wil vergaderen.
Hiermee meen ik duidelijk te hebben gezegd hoe de proce
dure in deze bijeenkomst verder zal moeten zijn. Ik verzoek u het de
bat -- zo mogelijk enigszins kort te vervolgen. Ik constateer dat de
heer Geene het woord wenst te voeren over de procedure.
De heer GEENE: Ik zou u graag deelgenoot maken van het
probleem waarmee wij te kampen hebben. Aan de orde is de vervreem
ding van onroerend goed. Nu worden er elementen in het geding ge
bracht die wij niet kennen en die in het besloten gedeelte van een com
missievergadering aan de orde zijn geweest. Het is duidelijk dat dit punt
een onderwerp van beraad in onze fractie heeft kunnen zijn, aangezien
at niet gebruikelijk is. Wij zijn derhalve volstrekt niet op de hoogte
van de elementen die worden ingebracht en hoe kunnen wij daar dan
zinnig over discussiëren? Ik weet hier geen technische oplossing voor,
maar ik vind het in ieder geval een groot probleem, waar ik u graag
van op de hoogte wil stellen.
De heer DEES: Met alle respect voor de opvatting van de
heer Geene geloof ik dat hij twee dingen door elkaar haalt. In de eerste
plaats ligt er een voorstel van het college ter tafel, waarover de com-