13 NOVEMBER 1975. 812 De VOORZITTER: Thans dient de raad een beslissing te ne men over het voorstel van b. en w.bijlage nr. 342. Het eerste gedeel te daarvan hoeft naar ik meen niet in stemming te worden gebracht. Verlangt iemand stemming over nr. 2 van de verkoopvoorstellen? De heer HOUBEN: Ik zou graag een stemverklaring willen afleggen. De federatie van fracties van P. v. d.A. en P. P. R. is tegen dit voorstel. De argumenten voor dit standpunt zijn in de door mi] inge diende motie genoemd. Wij zijn voorstanders van een ander beleid en wij zijn van mening dat men met stadsvernieuwing niet vroeg genoeg kan beginnen. Naar onze mening moet men pandje voor pandje een ge vecht leveren om de stad weer in evenwicht te krijgen en mogelijkhe den voor de woonfunctie te bieden, ook in zone 1, zoals dat in de bin nenstadsrapporten heet. Om die reden kunnen wij helaas niet met het voorstel meegaan. De heer GEENE: Ik ben van mening dat dit verkoopvoorstel op volstrekt legale wijze tot stand is gekomen; het collége heeft over eenkomstig het consent van de raad gehandeld. Nu de onderhandelingen namens de raad door het college zijn gevoerd, gaat het niet aan een plotselinge verandering aan te brengen. Op grond daarvan ben ik -- evenals naar ik meen ae gehele C. D. A.-fractie -- vóór het voorstel van b. en w. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorste1 van burgemeester en wethouders onder nr. 1 besloten. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders onder nr. 2 besloten, on der aantekening dat de heren Kaarsemaker en Houben, mevrouw Pau- lussen, de heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Brummel- kamp, Van Male, Beckers, Welschen, Oomen, Hendriksen en Dreef ge acht willen worden te hebben tegengestemd. 5. bijlage nr. 343 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE VERWERVING VAN ONROEREND GOED. (vD) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 6. bijlage nr. 344 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT BENOEMING VAN EEN PLAATSVERVANGEND LID VAN DE STEDEBOUWKUNDIGE ADVIESRAAD. De heer BECKERS: Op de discussie over de STAR als geheel, die op het ogenblik aan de gang is, wil ik niet ingaan. Wèl zou ik wil len vragen of het nu inmiddels duidelijk is geworden of de Kamer van Koophandel in de STAR een kwaliteitszetel heeft of dat men van die zij de nog steeds op persoonlijke titel zitting heeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 812