13 NOVEMBER 1975
816
In het raadsstuk wordt voor bepaalde tarieven een uitzonde
ring gemaakt. Ik zou ervoor willen pleiten daaraan nog een uitzondering
toe te voegen, namelijk de tarieven voor sportpark: "Wisselaar". Uit
vorige perioden is reeds bekend dat de gebruikswaarde van het sportpark:
"Wisselaar" relatief slecht is. De laatste tijd doen zich steeds meer
klachten voor over problemen op en rond het sportpark. Ik denk dat deze
problemen niet binnen twee weken kunnen worden opgelost -- wij zijn
reeds enige jaren niet in staat de problemen op te lossen al zal daar
wel met kracht naar moeten worden gestreefd. In de commissievergade
ring heb ik in ieder geval begrepen dat er nu serieus werk van zal wor
den gemaakt. Overigens kunnen wij het volgende vaststellen: wanneer
aan de ene kant de gebruikswaarde daalt, zouden wij aan de andere
kant daarvoor de gebruikers niet zwaarder moeten belasten. Ik zou er bij
de wethouder met klem op willen aandringen de tarieven voor het sport
park: "Wisselaar" toe te voegen aan de lijst van uitzonderingen die in
het voorstel wordt gegeven.
De hoge tarieven dringen op het ogenblik veel sportvereni
gingen naar de randgemeenten waar de tarieven lager zijn, een proces
dat zich in de toekomst zal voortzetten. Vindt het college deze gang
van zaken aanvaardbaar en wat probeert men er aan te doen? De hoge
tarieven maken het voor de recreatiesporter financieel praktisch onmo
gelijk buiten clubverband nog te sporten. Achten b. en w. dit -- juist
in het kader van bevordering van de recreatieve sportbeoefening een
gewenste gang van zaken? Moeten wij niet proberen de financiële bar
rières juist lager te maken?
Uit de pers hebben wij een interessant voorstel vernomen,
dat ik thans aan de wethouder zou willen voorleggen. In Den Haag is
namelijk het idee gelanceerd dat er een"trimpaspoort" zou kunnen wor
den ingevoerd, dat tegen een bepaald bedrag op bepaalde uren toegang
tot een aantal sportaccommodaties verschaft. Is de wethouder bereid
te overwegen een dergelijk tarief toe te voegen aan de lijst van tarieven
die bij dit voorstel is gevoegd? In het kader van de bevordering van de
recreatieve sport lijkt mij dit zeer nuttig.
Hoge tarieven --de heer Lambregts heeft er al op gewezen
leiden tot hoge contributies, hetgeen voor vele gezinnen onaanvaard
baar is. De toenemende lastenverzwaring op alle gebied ontneemt veel
clubbestuurders het animo om hun vrije tijd nog aan het verenigingsle
ven te besteden. Wij betreuren dat in hoge mate. De heer Koertshuis
heeft er evenals wij in commissieverband op aangedrongen het ta
rievenstelsel geheel op de helling te nemen. Wij steunen dit streven
gaarne. Of de Sportstichting daar een centrale rol bij zal moeten spelen,
is voor mij persoonlijk de vraag. Hoewel deze stichting een belangrijke
functie heeft te vervullen, is het allereerst de taak van de gemeentelij
ke overheid in dezen het voortouw te nemen. Is het college bereid in
het kader van de herbezinning, die ongetwijfeld zal plaatsvinden, op
basis van het draagkrachtprincipe tot herstructurering te komen? Met
"draagkrachtprincipe" wordt bedoeld dat de tarieven meer op de gebrui
ker en minder op de exploitatie van de accommodaties moeten worden
gericht. In feite betekent dat een verwerping van het profijtbeginsel,
dat in het huidige systeem toch nog besloten ligt. Bovendien kunnen wij
op deze manier wellicht de vestzak-broekzak-politiek voorkomen, die