817
13 NOVEMBER 1975
de gemeente op het ogenblik voert: aan de ene kant belasten wij de
sportverenigingen zwaarder, aan de andere kant kloppen die zelfde
sportverenigingen bij de gemeente aan om meer subsidie teneinde die
hogere lasten te kunnen betalen. Dit lijkt mij een ongezonde en enigs
zins ingewikkelde gang van zaken. Het door mij voorgestelde systeem
van tarifering op basis van het draagkrachtprincipe waarin naar de ge
bruiker toe differentiatie wordt aangebracht, geniet mijns inziens de
voorkeur. Niet de grootte van het veld is dan bepalend voor het tarief,
maar de soort mensen die er gebruik van maakt, waardoor men ook de
recreatieve sport zou kunnen helpen.
Op grond van deze visie en mede aan de hand van ons stand
punt in het verleden verzetten wij ons tegen de verhoging van de school-
tarieven voor "Wolfslaar". Juist voor het onderwijs dient mijns inziens
naar een zo laag mogelijke drempel te worden gestreefd.
Bij een vorige gelegenheid is gezegd dat de progressieve
fracties vrij gemakkelijk bezwaar tegen tariefverhogingen kunnen ma
ken. Ik wil zeer nadrukkelijk zeggen dat wij bereid zijn de consequen
ties van deze prioriteit te aanvaarden. Naar onze mening moet er bin
nen de gemeentelijke begroting ruimte worden gevonden om goede
sport in Breda mogelijk te maken.
Vervolgens is er nog een vraag, die ons op de lippen brandt.
A.s. zaterdag zal het combibad Noord feestelijk worden geopend. De
tarieven voor Noord worden in het voorstel niet genoemd. Hoewel wij
kort geleden een voorstel inzake deze tarieven hebben aangenomen,
zijn er nog steeds geruchten dat er met een tariefverhoging rekening
moet worden gehouden. Van de wethouder zou ik graag willen verne
men of die geruchten op waarheid berusten.
Uit de voorafgaande vele kritische vragen blijkt dat de frac
ties van P. v. d. A. en P. P. R. nogal gereserveerd tegenover het voorstel
staan. De C.D. A.-fractie heeft zich bij monde van de heer Lambregts
op soortgelijke wijze opgesteld. Ik vrees dat wij op grond van dezelfde
argumentatie wellicht tot een geheel andere eindconclusie zullen ko
men.
De heer GIELEN: Zoals bekend zal begin 1976 het zwembad
aan de Oosterstraat worden geopend. Het verwondert mij enigszins dat
in het voorstel geen daarop betrekking hebbende tariefstelling is opge
nomen en ik zou graag aan de wethouder willen vragen wat ae reden
daarvan is.
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik zal met de laatste vraag
beginnen, want daar ben ik het snelste mee klaar. Het zwembad-
-Oosterstraat is nog niet geheel voltooid, zodat wij nog niet volledig
van de totale investeringslasten voor dat bad op de hoogte zijn. Om die
reden leek het ons niet gewenst thans reeds tarieven aan de raad te eta
leren. Voordat het bad wordt geopend, zullen de tarieven bij afzonder
lijk voorstel worden voorgelegd, naar ik hoop enkele maanden eerder.
Het was, gelet op hetgeen zich in de commissie-vergaderin
gen heeft afgespeeld, te verwachten dat over dit voorstel de nodige
opmerkingen zouden worden gemaakt. Bij de gemaakte opmerkingen
zijn er enkele die fundamenteel van aard zijn, maar er zitten ook prag-