819 13 NOVEMBER 1975 vraag beantwoorden door een vergelijking met wat andere gemeenten in dit opzicht doen. Wij hebben wat dat betreft in het antwoord op de brief van de Sportstichting al enige opmerkingen gemaakt. Daaruit valt af te leiden dat wij redelijke tarieven hanteren. In dit verband is het wel eens goed erop te wijzen wat de ge meente op de tarieven toelegt en wat het effect is dat een tarief op het gehele budget van een vereniging heeft. Ik heb daar enige gegevens over verzameld en ik zou dan ook de raad met enkele getallen willen confronteren. Volgens de begroting voor 1976 legt de gemeente op de exploitatie van overdekte en onoverdekte sportaccommodaties een be drag van ongeveer 7 miljoen toe. Als men dit relateert aan hetgeen verenigingen voor het gebruik van de accommodaties betalen, betekent dit dat bijvoorbeeld op ieder voetbalveld een indirecte subsidie van 30.000,per jaar wordt gegeven. Hetzelfde geldt voor een hockey veld, een handbalveld en een atletiekcomplex, terwijl een windhonden renbaan ons nog steeds 10. 000, -- per jaar kost. Vervolgens noem ik enkele getallen met betrekking tot de indirecte subsidie op takken van sport. Op de exploitatie van bij voetbalverenigingen in gebruik zijnde accommodaties leggen wij ongeveer 1 miljoen per jaar toe. Voor hockey geldt een bedrag van circa 570. 000, -- per jaar, terwijl ik voor korfbal een bedrag van 150. 000, -- per jaar kan noemen. Ik ge loof dat het goed is de redelijkheid van een tariefstelling door een ge meentelijke overheid te beoordelen in relatie tot hetgeen er ondanks dat tarief toch nog door de gemeente moet worden bij gelegd. In dat verband lijkt het mij tevens goed de raad eens te con fronteren met de mate waarin de huur van de accommodatie invloed heeft op het totale verenigingsbudget. Hoewel ik hierin natuurlijk geen volledig inzicht kan geven, wijs ik erop dat een gemeente in het Zui den des Lands -- ze maken daar ook gloeilampen! -- op dit gebied een onderzoek heeft ingesteld, waaruit blijkt dat gemiddeld op het budget van een vereniging per kostensoort de kostensoort "accommodatiehuur" ongeveer 28 van de totale kosten bedraagt. Hierbij kan men op nieuw de vraag stellen: is dit redelijk of onredelijk? Ik geloof nog steeds dat er niemand is die die vraag kan beantwoorden; voor mij zelf heb ik de indruk dat dit niet onredelijk is. Het hiervoor genoemde percentage bleek uit een onderzoek in de gemeente Eindhoven. Wij hebben een tweetal verenigingen bereid gevonden hun exploitatie-overzichten over te leggen. Zonder de raad met alle gegevens te willen confronteren, moet ik vaststellen dat een handbalvereniging in de gemeente Breda, die van een gemeentelijke accommodatie gebruik maakt, 28 voor de huur betaalt; dit is exact hetzelfde percentage als het gemiddelde in de stad Eindhoven. Bij een volleybalvereniging in Breda bedraagt dit per centage ongeveer 27. Kortom, ik hoop dat ik met deze cijfers twee dingen duide lijk heb gemaakt. In de eerste plaats is mijns inziens de redelijkheid van de tarieven, gelet op de indirecte subsidiering die de accommoda ties altijd nog genieten, niet gek. Tevens blijkt bij vergelijking met cijfers uit een stad waar een duidelijk onderzoek is ingesteld, dat wij bij de verenigingen, waarvoor wij een en ander hebben kunnen nagaan, een redelijk uitgangspunt aantreffen. Dit neemt niet weg dat het ook naar mijn mening nodig is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 819