823 13 NOVEMBER 1975 mij ingegaan, waarbij hij in verband met mijn opmerkingen het woord "logisch" noemde; ik zou dat voor de verhoging van de tarieven hebben gebruikt. Ik heb dat woord inderdaad gebruikt, maar ik deed dat alleen met het oog op de trend die men in verband met kostenstijgingen e. d. kan constateren. Wanneer de heer Beckers de moeite heeft genomen de tarieven met de tarieven in andere steden te vergelijken, heeft hij kun nen zien dat de situatie die de wethouder heeft beschreven, inderdaad aanwezig is: men kan voordeliger steden aanwijzen maar men kan ook constateren dat Breda, vergeleken met bepaalde steden, bijzonder goed in de markt ligt. Als men daarnaast zijn oren in de commissies sluit voor wat er wordt gezegd en voor de onderwerpen die aan de orde zijn, is het natuurlijk logisch --nu gebruik ik het woord "logisch" weer -- dat ik waarschijnlijk een andere mening over het voorstel zal hebben dan de heer Beckers. Ik wijs erop dat in de begroting posten zijn opge nomen teneinde niet alleen in woorden maar in daden een beleid te voeren. Ik doel hier op de uitbreiding die bij de dienst jeugd en sport zal worden verwezenlijkt en die de basis zal moeten vormen voor onder meer de totstandkoming van beleidsnota's en de recreatienota. Dit al les staat werkelijk op de rol. In dit verband ben ik het met de heer Beckers eens dat wij beiden in ons standpunt over dit voorstel wel zul len verschillen. De C. D. A.-fractie komt tot de conclusie dat zij het voorstel moet steunen: ook in 1976 moet goed kunnen worden gesport en wij zijn ervan overtuigd dat dit voorstel hiermee verband houdt. De heer BECKERS: Op grond van dat zelfde uitgangspunt, na melijk dat er in 1976 goed moet kunnen worden gesport, zullen wij waarschijnlijk juist tot die andere conclusie komen. Ik zou allereerst willen ingaan op de kwestie-"Wisselaar". Ik ben het volledig met de wethouder eens -- in eerste termijn heb ik ook niet het tegendeel beweerd dat een bevriezing van de tarieven geen oplossing voor de problematiek oplevert. Aan de hand van zijn eigen uitgangspunt over rechtvaardigheid zou ik echter door middel van een straks in te dienen motie de mening van de raad willen vragen. Ge zien de huidige problemen vereist mijns inziens namelijk de rechtvaar digheid dat de gemeente, als zij op korte termijn geen oplossing kan bieden, niet het toch al geringe gebruik door hogere tarieven gaat ver lagen en bemoeilijken. Ik vind deze uitzonderingssituatie minstens even urgent als de in het voorstel genoemde. Met het oog daarop zou ik er in een motie bij het college en de wethouder op willen aandringen dit punt nog eens te overwegen en het standpunt te herzien. Bij dezen zou ik de motie graag willen indienen. Ik moet mijn verontschuldigingen ervoor aanbieden dat de technische uitwerking van de motie vrij slecht is. De door de heer Beckers ingediende motie luidt als volgt: "De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op 13 november 1975, gehoord de discussie rond bijlage 348, is van mening dat de tarieven van het sportpark: "Wisselaar", gezien de grote problemen die zich daar voordoen, in 1976 niet moeten worden verhoogd;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 823