13 NOVEMBER 1975
824
vraagt het college dit besluit over te nemen;
dringt erop aan dat op korte termijn maatregelen genomen
worden die leiden tot een definitieve oplossing.
Deze motie is ondertekend door de heren Beckers, Kaarse
maker, Crul en Welschen.
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer
Beckers mede onderwerp van de beraadslagingen uit.
De heer BECKERS; Ik zou vervolgens nog enkele andere op
merkingen willen maken.
De Sportstichting heeft op dit voorstel gereageerd en de
vraag gesteld waarom door b. en w. weer de maximale verhoging van
10 wordt voorgesteld. Natuurlijk keurt het ministerie van economische
zaken deze -- maximaal toegestane -- verhoging goed, maar als de
wethouder het met mij eens is dat wij belemmeringen en drempels moe
ten wegnemen, waarom is het dan niet mogelijk een andere tariefver
hoging te introduceren, bijvoorbeeld met 8 Waarom moeten wij wat
dit betreft het onderste uit de kan zien te halen Ik ben het met de heer
Koertshuis eens - -op grond van hetzelfde uitgangspunt heeft de heer
Martens in de commissie een vraag gesteld -- dat wij enige tijd geleden
in deze raad een voorstel inzake de tarieven voor het combibad Noord in
1976 hebben aangenomen en dat niet goed in te zien is waarom wij daar
nu op korte termijn weer op terug zouden moeten komen.
De wethouder heeft gezegd dat men de vraag wat redelijk
en rechtvaardig is nooit zal kunnen beantwoorden. Ik denk dat de beant
woording van die vraag met een politieke keuze samenhangt; men zal
prioriteiten moeten stellen om uit te kunnen maken wat men rechtvaar
dig en wat men redelijk vindt. Dit brengt mij weer terug bij de omstan
digheid dat een beleidsnota met een aantal toetsstenen ontbreekt.
Voorts heeft de wethouder betoogd dat de tarieven niet zo
erg uit de pas lopen. Als men onze tarieven met die in de grote steden
vergelijkt, is dit wellicht inderdaad niet het geval. Op zichzelf is dat
trouwens naar ik meen geen goede vergelijkingsmaatstaf, omdat men
van de verdere financiële huishoudens van die gemeenten te weinig weet.
Wat wij wèl weten -- de wethouder heeft daar niet op gereageerd --
is dat er een vlucht bezig is van sportverenigingen uit Breda naar de
randgemeenten. De komst van een nieuwe sporthal in Teteringen zou dit,
zoals wij in de commissievergadering hebben mogen vernemen, kunnen
versterken. Ik heb gevraagd wat het oordeel over deze gang van zaken
is. Deze vlucht hangt rechtstreeks samen met de omstandigheid dat er
wel degelijk grote verschillen in tarieven bestaan, maar dan niet op
Brabantse schaal doch op kleinere, regionale schaal. Ik geloof dat wij
ons daar primair op zouden moeten richten.
De cijfers met betrekking tot de kosten voor de gemeente,
die de wethouder heeft overgelegd, zijn zeer interessant; hetzelfde geldt
voor de kosten per voetbalveld enz. Ik ben erg blij dat deze gegevens
ter tafel komen en ik hoop dat de commissieleden het volledige lijstje
mogen ontvangen. Naar ik meen wordt een deel van de kosten erdoor
veroorzaakt dat wij in Breda in het verleden nogal eens te luxueus heb
ben gebouwd, waarbij ik in het bijzonder aan het sportcentrum en aan