13 NOVEMBER 1975 830 bejaardenpaspoort aanvaard, waardoor deze kosten op 6, 50 werden bepaald. Het lijkt mij dan ook overbodig met het college van regenten van "Het Oude Mannenhuis" te gaan spreken over de bestemming van het bedrag van 9. 000, -- als bijdrage in de kosten van het bejaarden paspoort. Die relatie is naar mijn mening niet meer van toepassing. Er kunnen wel gesprekken worden gevoerd, maar er zijn wellicht andere doeleinden waaraan het bedrag van 9. 000,-- ten goede zou kunnen komen. Wethouder DE RAAFF: De heer Koertshuis heeft naar ik meen min of meer gelijk. Door onverklaarbare oorzaken is dit voorstel een tijdje in het ongerede geweest. Ik denk dat dit is gekomen doordat er een wijziging in moest worden aangebracht in verband met het advies van de commissie van advies en bijstand. De woorden "kosten van uit gifte van het bejaardenpaspoort" kan men op twee manieren uitleggen. Men kan zeggen dat hier de prijs van het paspoort wordt bedoeld en in zoverre is de bedoelde passage inderdaad achterhaald door het raadsbe sluit tot vaststelling van die prijs op 6, 50. Ik ben er evenwel van uit gegaan dat hier de faciliteiten van het bejaardenpaspoort worden be doeld. Er zijn faciliteiten denkbaar die geld kosten. Als ik nu in over leg met het college van regenten van "Het Oude Mannenhuis" het be drag van 9. 000, -- kan gebruiken voor het creëren van faciliteiten voor bezitters van het bejaardenpaspoort, hebben wij toch iets bereikt. Met het oog daarop heb ik ondanks het besluit inzake de prijs een af spraak met het college van regenten gemaakt teneinde onder meer over deze materie te spreken. De heer KOERTSHUIS: Ik zie niet in waarom dit per se be trekking moet hebben op het bejaardenpaspoort. In de raadsvergadering van 19 augustus heeft de wethouder gezegd dat hij zich kon voorstellen dat voor de besteding van de 9.000,-- ook andere prioriteiten zouden kunnen worden gesteld. Ik begrijp dan ook niet dat hij nu ineens toch over het bejaardenpaspoort wil blijven praten. Wethouder DE RAAFF: Het is mij niet duidelijk welke tegen stelling er tussen mijn eerste en mijn laatste opmerking is. Indertijd eb ik gesproken over faciliteiten in het kader van het bejaardenpaspoort en dat heb ik nu weer gedaan. Ik ben niet van mening veranderd, maar de directe relatie tot de prijs van het bejaardenpaspoort is vervallen. De VOORZITTER: Inmiddels kan er over de faciliteiten wor den gesproken. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 12. bijlage nr. 350 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT WIJZIGING VAN DE BEGROTING VOOR 1975 VAN DE GE MEENTELIJKE SOCIALE DIENST. (R)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 830