13 NOVEMBER 1975
834
Samenvattend kan ik het volgende zeggen. Dankzij de in
spraakprocedure die zal worden gehanteerd zullen ae fracties van P. v. d. A.
en P. P. R. graag met het voorstel meegaan. Met betrekking tot de drie
o's -- onuitstelbaar, onvermijdbaar en onvoorzienbaar menen wij dat
inspraak wel onuitstelbaar en onvermijdbaar maar niet onvoorzienbaar
is; naar onze mening is inspraak van de bewoners op het gebied van hun
woonomgeving niet alleen onuitstelbaar en onvermijdbaar, maar zelfs
onontkoombaar. Inspraak is wel degelijk te voorzien en bovendien een
onvervreemdbaar recht.
Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Met grote instem
ming gaat ook de C. D. A. -fractie akkoord met het voorstel tot het uit
trekken van een voorbereidingskrediet van 120.000,-- voor de eerste
fase van de herbouw van de Gerardus Majellawijk, die nu onder meer
in samenwerking met het wijkcomité Gerardus Majella tot stand gaat
komen. Onder de bedragen die b. en w. opvoeren valt ons een bedrag
van 20. 000,-- voor "kosten inspraakbegeleiding architect" op. Zou
de wethouder daar iets meer over kunnen vertellen? Welke voorstelling
moeten wij ons daar precies van maken? B. en w. spreken in het voor
stel over de aarzeling van de woningbouwverenigingen, in welk verband
een andere vraag rijst. Zou het college ons kunnen vertellen waar deze
aarzeling op stoelt? Tenslotte zouden wij willen vragen in hoeverre de
brief van staatssecretaris Stemerdink die ons deze week bereikte, van
invloed zou kunnen zijn op de uitbouw van de Gerardus Majellawijk of
zelfs al dit plan mede zou kunnen beïhvloeden.
De heer VAN ASSELDONK: Ook al wordt de V. V. D. -frac
tie dan niet gevraagd onder fanfareklanken een werkwinkel in de Gerar
dus Majellawijk te komen openen en ook al zijn wij voor deze voor
Breda toch unieke gebeurtenis niet uitgenodigd, wij voelen ons daarom
nog niet ontslagen van onze bestuurlijke medeverantwoordelijkheid ten
opzichte van onze stadgenoten in deze Bredase wijk. In de commissie
vergadering heeft wethouder Van Dun ons medegedeeld dat de architect
een tijdschema gaat maken. Verwacht wordt dat het plan na anderhalf
jaar gereed zal zijn. Verscheidene perioden in dit tijdschema worden
apart afgesloten. Wanneer er op het ogenblik van afsluiting onoplosbare
geschillen zouden zijn tussen enerzijds het wijkcomité en anderzijds de
werkgroep, gevormd uit vertegenwoordigers van gemeentelijke instanties,
zal ae raad gevraagd worden daarover een uitspraak te doen. De betrok
kenen zullen zich aan aan die uitspraak houden en vanuit die positie
verder werken. Dit is, zoals de heer Houben heeft gezegd, een vorm
van inspraak, maar het is toch te hopen dat zich niet zeer vele geschil
len zullen voordoen. Ik heb toch goed begrepen dat hier alleen geschil
len op hoofdpunten worden bedoeld en geen details zoals tegeltjes en de
kleur van de verf? Wij vragen dit omdat de woningbouwvereniging
"St. Joseph", na aanvankelijk te hebben samengewerkt, op het ogenblik
een afwachtende houding aanneemt. Als voor deze inspraak evenals
voor zaken -- geldt dat de kost voor de baat uitgaat, dreigt er toch wel
enig gevaar. De gemaakte kosten worden straks aan de stichtingskosten
toegerekend. Komen deze inspraakkosten straks terug in de huur? Dit
gelat ook voor de extra kosten van het bouwen. Als aeze veronderstel
ling juist is, weten de bewoners -- of liever gezegd: het wijkcomité