13 NOVEMBER 1975 858 De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Graag wil ik de raad om zijn oordeel vragen, daarbij er nog eens met nadruk op wij zende dat alles wat hier op tafel ligt en alles wat hier is gezegd te be stemder plaatse zal worden ingebracht. De heer WELSCHEN; Mijn eerste opmerking -- u zult daar niet ongelukkig mee zijn --is dat wij de motie zullen intrekken. Wij hebben in de discussie enkele nieuwe elementen gehoord en wij menen dat het geen zin heeft de motie op dit ogenblik te handhaven. Met de tweede opmerking zult u misschien minder gelukkig zijn. Aan de orde zijn thans ten eerste het concept-ontwerp dat door de minister is rondgezonden en ten tweede de nota's die door het stadsge west en het college van b. en w. van Breda zijn geproduceerd. In feite is natuurlijk alleen het als tweede genoemde aan de orde, maar het eer ste kan men daar niet van losdenken. Nu stonden in onze groepering en kele leden al bij voorbaat duidelijk negatief ten opzichte van het con cept-voorontwerp, zodat zij de nota, waarin een redelijk positieve op stelling met betrekking tot het concept-ontwerp tot uiting komt, niet kunnen aanvaarden. Het andere deel van onze fracties ziet in het con cept-ontwerp nog wel enige mogelijkheden, maar heeft toch het idee dat hetgeen het stadsgewest en het college van b. en w. hebben gefor muleerd te positief van strekking is, zodat dit deel van de fracties tegen het als laatste genoemde punt is. Aangezien juist dat laatste punt thans aan de orde is, wil de gehele federatie van fracties van P.v.d. A. en P. P. R. geacht worden te hebben tegengestemd. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, onder aantekening dat de heren Kaarsemaker en Houben, mevrouw Paulussen, de heer Crul, mevrouw Stutterheim-Edeling, de heren Van Male, Beckers, Welschen, Oomen, Hendriksen en Dreef geacht willen worden te hebben tegenge stemd. De motie van de heer Welschen is ingetrokken en maakt derhalve geen onderwerp van beraadslaging meer uit. RONDVRAAG. Mevrouw PAULUSSEN: In "de Volkskrant" van vandaag heb ben wij kunnen lezen dat staatssecretaris Van Dam een rondreis langs vijfentwintig grotere gemeenten van ons land begint, teneinde na te gaan of er in die gemeenten bouwplannen voor alleenstaanden en twee persoonshuishoudens zijn waarvoor overheidssubsidie zou kunnen worden gegeven. Door het land "af te stropen" hoopt de staatssecretaris naar zijn zeggen de in zijn nota genoemde aantallen woningen te bereiken. In dit verband wil ik de volgende vragen stellen. 1. Heeft ook Breda zich voor het bezoek van staatssecretaris Van Dam gemeld? 2. Zo ja, kan dan in het programma voor het bezoek van de heer Van Dam ook een gesprek met de commissie voor openbare werken worden opgenomen?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 858