13 NOVEMBER 1975
860
over de volgende vragen stellen.
1. Zijn onze inlichtingen juist dat het bedrijf door de moorden
de concurrentie in deze sector al jaren met moeilijkheden kampt?
2. Heeft het bedrijf in voorafgaande jaren al eens overleg met
het college gepleegd?
3. Zo ja, wat is door b. en w. aan het bedrijf geadviseerd?
4. Kunnen b. en w. ons nader informeren over de positie van
de onderneming?
5. Kan er vervangende werkgelegenheid worden gecreëerd?
6. Kunnen b. en w. ons inlichten over de reden waarom enke
le gegadigden alleen maar het verkooppakket van de I.K.I. willen over
nemen zonder het bedrijf in Breda te laten voortbestaan?
7. Volgens perspublikaties is een en ander toe te schrijven aan
de moordende concurrentie in deze sector. Kunnen b. en w. in overleg
met het ministerie van economische zaken bevorderen dat via de
N.E.H. E.M. een diepgaand bedrijfsonderzoek wordt ingesteld, dat even
tueel tot de conclusie zou kunnen leiden dat het bedrijfsprobleem in
wezen een sectorprobleem is?
Samenvattend: als het college aan dit verzoek gevolg geeft
en uit een dergelijk onderzoek zou blijken dat een sectoraal onderzoek
nodig zou zijn, geldt naar onze mening:
a. dat de belangen van de werknemers inclusief hun werkgele
genheid voor de nabije toekomst voorop moeten staan;
b. het toekomstperspectief van het bedrijf of de sector in het
onderzoek tot uitdrukking moet komen.
Wij zijn van mening dat het college moet aandringen op
het behoud van de bedreigde werkgelegenheid bij de I.K.I. om de on
rust onder het personeel te doen afnemen.
De VOORZITTER: Aangezien niemand meer het woord ver
langt, kan de vergadering worden gesloten. Wij zien elkaar de komende
week terug.
Druk: B.S. W. - Breda.