865 Wethouder VAN DUN: Dat er "bepaald behoefte" zou zijn, is een con statering die wellicht naat twee kanten kan worden uitgelegd. Ik zou onze mening willen geven en ter voorkoming van misverstanden twee opmerkingen over de praktijk willen maken. Er is gezegd dat mevrouw Dinda rijksgenote is en bij hetsnngbedrijf ingeschreven staat. Zonder dat dit de bedoeling is, kan door een dergelijke opmerking de indruk worden gewekt dat er geen andere oplossing is. Ik wijs erop dat wij in Breda geen woningen aan rijks genoten mogen toewijzen; dat gebeurk via het Centraal Bureau in Den Haag. In de tweede plaats heb ik enige moeite met de opvattingen van de heer Crul, die er geen bezwaar tegen zou hebben dit onderwerp in het openbaè te behandelen. Het bevreemdt mij echter dat zijn fractiegenoten juist in verband met dit onderwerp in de commissie een besloten vergadering hebben aangevraagd. Mevrouw PAULUSSENToen hadden wij nog geen contact met mevrouw Binda gehad Wethouder VAN DUN: U beschikte wel over de informatie, want er is op dit ogenblik afgezien van de huurprijs geen nieuwe informatie gekomen. U heeft in ieder geval toen het fenomeen aan de orde gesteld. Mevrouw PAULUSSEN: Dat is wel een heel wezenlijk verschil! Wethouder VAN DUN: Ik meen van niet. Ik wil er voorts ter voorkoming van misverstand op wijzen dat er bij de verkoop van de watertoren aan Midglas B.V. geen antecedentenonder zoek is ingesteld. Wat is er aan de orde? Ik ben van mening dat de Partij van de Arbeid en de P.P.R. een eigen visie op het economisch gebeuren mo gen hebben; ik gun de P.v.d.A. en de P.P.R. dat recht. De heer CRUL: Heeft uw politieke partij die visie dan niet? Wethouder VAN DUN: Zfeg ik dat dar2/Ik zeg dat u het recht op een eigen visie hebt en dan moet u niet zeggen dat ik die niet heb. Dat zijn van die goedkope opmerkingen waar wij natuurlijk geen moer verder mee komen De heer CRUL: De heer Van Dun discussieert altijd op deze manier en dan gaat hij toch niet op zijn eigen visie in. Ik vind dat hij er in een dergelijk geval zijn eigen visie tegenover moet stellen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 865