18 NOVEMBER 1975 883 een budget-egalisatiefonds, waartoe de raad onlangs besloot, is wederom een stap in de goede richting. Voor verdere toekomstige verbeteringen denkt mijn fractie aan een toedeling van de begrotingen naar afzonder lijke kostengerichte taken en/of activiteiten en aan een meerjarige bud getverdeling, die in relatie tot de beleidsnota zou moeten worden ont wikkeld. Door dergelijke wijzigingen en verbeteringen worden voor de raad de mogelijkheden vergroot om prioriteiten te stellen, die daarbij over de afzonderlijke functies heen kunnen gaan. Het verheugt mijn fractie dat uw college nu definitief heeft besloten af te stappen van een koppeling van de gemeentelijke belastin gen en rechten aan het stijgingspercentage van de gemeentefondsuitke ringen. Door de overgang op een systeem, waarbij de belastingen jaar lijks worden aangepast aan de te verwachten stijging van het kostenpeil, wordt het regel besteedbare niveau voor de gemeente op peil gehouden zonder dat er sprake van structurele verhogingen is. Ik mis echter in de nota van aanbieding de opmerking, dat bij een duidelijke afwijking van de werkelijke stijging van het kostenpeil ten opzichte van de prognose in het daaropvolgend jaar bijstelling zal plaatsvinden. Met betrekking tot de toekomstige benutting van de nog aanwezige ruimte binnen de wet op de onroerendgoed-belasting moet naar onze mening de grootst mogelijke terughoudendheid worden betracht. Wij hebben daarvoor twee argumenten: 1. Het door Breda geheven tarief ligt per gemiddelde woning reeds ongeveer 10, -- boven de ministeriële norm; dit is een cijfer uit de nota van aanbieding. 2. In het kader van het bevorderen van het eigen woningbezit past geen opschroeven van deze belasting. Hierop inhakend enkele opmerkingen over de bevordering van het eigen woningbezit. Wij vinden dit in het gemeentelijk beleid een belangrijke doelstelling die niet mag worden onderschat. De voorde len van een eigen woning zijn groot. Het maakt de mensen vrijer en onafhankelijker, het geeft meer mogelijkheden om de woning aan de eigen wensen aan te passen en het is een goede vorm van sparen die in dekt tegen de geldontwaarding. Het eigen woningbezit in ons land is in vergelijking met het buitenland bijzonder laag; het bedraagt namelijk 38 Landelijk wordt naar mogelijkheden gezocht om dit percentage niet onaanzienlijk op te voeren. Dit is onlangs nog in de Tweede Kamer gebleken, maar dit kan alleen als de gemeenten hun actieve medewer king verlenen. Hoe hoog is het eigen woningbezit procentueel gezien in Breda? Welke vorderingen zijn er sinds het vorig jaar gemaakt met de verkoop van woningwetwoningen uit het gemeentelijk bezit? Kan het college bevorderen dat ook woningbouwverenigingen de betreffende rijks regeling, die toch ook voor hen bedoeld is, breder gaan toepassen? Een goede huisvesting en een prettige woonomgeving zijn en blijven wezen lijke voorwaarden voor het welzijn van ieder mens. De ingeslagen weg naar het bouwen van kwalitatief betere woningen dient verder te worden gevolgd. Knelpunten in de verdeling van dcwoningvoorraad dienen on der andere door de bouw van woningen in de middenklasse te worden op gelost; de doorstroming krijgt daardoor een betere kans. Mijn fractie juicht het verschijnen van het rapport "inventa risatie oude woongebieden in Breda" toe. Op korte termijn zullen beleids-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 883