18 NOVEMBER 1975 887 aspiraties. Onze fractie heeft grote waardering voor dit op het individu ele personeelslid afgestemde beleid, evenals voor de centrale plaats die bij de reorganisatie van diensten en bedrijven aan de belangen van het personeel wordt toegekend. Een sprekend voorbeeld hiervan vormt de kortgeleden door de raad aanvaarde nota "bedrijfsbeleid huisvuilop haaldienst 1976-1982. Ook hecht de V. V. D. -fractie grote waarde aan de interne democratisering binnen de gemeentelijke organisatie. Wij denken daar bij in het bijzonder aan het overleg over de werkwijze van de diensten en bedrijven via de medezeggenschapscommissies en, op het niveau van de basis-werkeenheden, aan het werkoverleg tussen chefs en medewer kers over de directe werkomstandigheden. Met behoud van de uiteinde lijke beslissingsbevoegdheid van het gemeentebestuur wordt een verdere uitbouw van deze overlegvormen door ons wenselijk geacht. Toekenning van medebeslissingsrecht ten aanzien van elementen, die tot de compe tentie van de gemeentelijke bestuursorganen behoren, is naar onze me ning echter niet in overeenstemming met het publiekrechtelijk karak ter van de gemeente. Het is bekend dat de huidige wijze van samenstelling van de medezeggenschapscommissies niet aan onze wensen beantwoordt. Doordat het actief en passief kiesrecht in deze commissies uitsluitend aan de georganiseerde ambtenaren zijn voorbehouden, staat een groot deel van het personeel buiten spel. Bovendien hebben ook de georgani- seerden nauwelijks invloed, omdat sinds de totstandkoming van het ge meentelijk reglement op de medezeggenschap in 1952 nog nooit echte verkiezingen zijn gehouden. De verkiezing van de commissieleden ge schiedt bij enkele kandidaatstelling, doordat de vakorganisaties niet meer kandidaten voorstellen dan het aantal beschikbare plaatsen, dat zij tevoren na overeenstemming te hebben bereikt vaststellen. Over spreiding van macht gesproken.' Bij de beraadslaging over de begroting 1973 is onzerzijds de toekenning van het actief en het passief kiesrecht aan alle ambtenaren bepleit; wat betreft het passief kiesrecht hebben wij geadviseerd vooralsnog de landelijke ontwikkelingen, met name een eventuele herziening van artikel 125 van de Ambtenarenwet, af te wachten. Door het college is toen toegezegd dat een concept-raadsvoor stel tot wijziging van het medezeggenschapsreglement zou worden voor bereid om het lidmaatschap van een vakorganisatie als vereiste voor het actief kiesrecht te laten vervallen en om verkiezing bij enkele kan didaatstelling onmogelijk te maken. Onze fractie heeft er begrip voor dat deze partiële herziening achterwege is gebleven in verband met de voorbereiding van een algehele herziening van het reglement en het in dit kader te verrichten onderzoek naar het functioneren van de mede zeggenschapscommissies. Het ziet ernaar uit dat binnen afzienbare tijd een einde zal komen aan de wettelijke belemmeringen voor verruiming van het passief kiesrecht, nu de Tweede Kamer op 21 oktober j.l. een motie heeft aangenomen, waarin er bij de regering op wordt aangedron gen deze belemmering door een wijziging van artikel 125 van de Amb tenarenwet weg te nemen. Gaarne vernemen wij daarom van uw colle ge dat na de totstandkoming van deze wetswijziging zo spoedig mogelijk een voorstel tot herziening van het medezeggenschapsreglement zal worden gedaan, waarbij de beide kiesrechten aan alle ambtenaren wor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 887