18 NOVEMBER 1975 889 staan in een vorm, die dicht bij mede beslissen komt, maar de in de gemeentepolitiek verantwoordelijken moeten dit dan wel willen en niet de macht "an sich" willen houden. Is de groep, die nu beslissingen neemt, bereid mee te werken aan spreiding van macht, aan medezeg genschap van burgers? Het zou wel eens kunnen dat de meningen van de verschillende politieke partijen op dit punt fundamenteel uiteen lopen. Ik moet zeggen dat deze zin, die wij enkele weken geleden in onze fractie hebben besproken, voor mijn gevoel vanavond, na het aanhoren van de algemene beschouwing van de zijde van het C.D. A.bewaar heid is geworden. Wij realiseren ons terdege dat een beleid, dat van de ze doeleinden uitgaat, niet van vandaag op morgen ontstaat. Er zal pas dSn adequaat aan kunnen worden gewerkt, als de beleidsinstanties -- dus ook de gemeenteraad, het gemeentebestuur -- overtuigd zijn van de noodzaak tot verandering alsmede het inspelen op de bewegingen, die zich in de samenleving voordoen, als de beleidsinstanties deze trachten te verwerken in een combinatie van vernieuwing en organisatie. Een ontwikkelingsbeleid beoogt ook een verruiming van keuzemogelijkheden bij het oplossen van de problemen, waarmee het wordt geconfronteerd. Het kan in de praktijk verschillende gradaties te zien geven in die zin dat het beleid volgend of stimulerend, regulerend of activerend is. Dit lezen wij ook in het eindrapport van het provinciaal opbouworgaan en de heer Dees is tot onze grote vreugde ook daarop ingegaan door te vra gen hoe ver het ermee staat. Heel fundamenteel is men in het rapport ingegaan op dit ontwikkelingsbeleid en de politieke keuzen, die een der gelijk beleid moet inhouden. Een ontwikkelingsbeleid houdt namelijk een politieke keuze in en dit is geen technisch antwoord op een uitda ging van in wezen kwalitatieve problemen. Het beleid zal steeds van uit politieke doelstellingen moeten worden gevoed, dat wil zeggen van uit een visie op de maatschappelijke ontwikkeling en een bewuste keu ze van de prioriteiten die men daarin stelt. Op het totaal ontbreken van beleidsdoelstellingen van dit C.D.A. -V. V.D. -college zal Christ Crul in het derde deel van onze gezamenlijke algemene beschouwingen na der ingaan. Alvorens in te gaan op medezeggenschap op bestuurlijk, maatschappelijk en economisch niveau wil ik enkele algemene opmer kingen maken, Is gemeentepolitiek ook politiek? Die vraag klemt des te meer na het aanhoren van de algemene beschouwingen van de colle ga's van het C.D.A. en de V. V.D.. In onze opvatting is gemeentepoli tiek wel degelijk politiek. Met andere woorden, wij stellen prioriteiten; wij willen de stad mede besturen vanuit onze politieke doelstellingen, dat wil zeggen vanuit onze visie op de maatschappij en de richting waar in deze moet veranderen, namelijk spreiding van kennis, macht, inkomen, welvaart en welzijn. Wij zijn geen a-politieke volksvertegenwoordigers en wij praten of overleggen niet met de burgers als a-politieke burgers. Wij willen in ons politiek raadswerk en in ons contact met de burgers duidelijk laten zien waar wij staan, wat wij willen en welke tegenstel lingen er -- met name ook op gemeentelijk niveau tussen de politie ke partijen bestaan. Wij werken niet alleen vanuit ons programma, dat overigens in samenwerking met onze kiezers is opgesteld, maar ook vanuit een voortdurend contact met alle groepen van Bredase burgers. Vooral in dat contact met de burgers blijkt iedere keer weer dat er wel degelijk -- vaak belangrijke -- tegenstellingen zijn die men dan onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 889