18 NOVEMBER 1975
895
Het belangrijkste richtpunt dient in onze ogen het bijeenbrengen te zijn
van de formele politieke democratie als op gemeenteraadsniveau en de
materiële economische democratie, de democratie in de sfeer van de
arbeid en de daarmee samenhangende beslissingen. Het stempel, dat
mensen vanuit hun werk de fabriekspoort mee uitdragen, zal op den duur
van karakter veranderen en zal deze mensen geschikter en meer gemoti
veerd maken voor actieve deelname aan de samenleving. Indirecte in
vloed op de lokale overheid gaat uit van allerlei bedrijven en onderne
mingen, bijvoorbeeld door het werkgelegenheidsbeleid dat deze onder
nemingen voeren. Voorgenomen sluitingen geschieden vaak zonder dat
het bestuur van de stad daarop een reële invloed kan uitoefenen; datzelf
de lokale bestuur wordt echter wél met de gevolgen van een dergelijk
beleid geconfronteerd. In het andere gedeelte van onze algemene be
schouwingen zal hierop nog verder worden ingegaan en ook bij de deel
begrotingen zullen wij met concrete voorstellen, met name ten aanzien
van een raad voor de werkgelegenheid, komen.
Het sociaal statuut. Opnieuw willen wij dit punt duidelijk
naar voren brengen omdat het in het kader van de medezeggenschap
past. De intentie achter dit sociale statuut is dat de verantwoordelijkheid,
die de gemeente voor haar inwoners heeft, ook sociale verplichtingen
oplegt bij de keuze van ondernemingen die zich in Breda willen vesti
gen dan wel hun activiteiten willen uitbreiden. Zo'n statuut voor een
sociaal vestigingsbeleid zou bepalingen moeten bevatten over het perso
neelsbeleid in de onderneming, het instellen van een ondernemingsraad,
het verlenen van faciliteiten aan bedrijven en vakbonden, de maatschap
pelijke en vaktechnische vorming van de werknemers alsmede garanties
voor het behoud van de werkgelegenheid. Een dergelijk statuut kan hard
worden gemaakt door het te koppelen aan de huur- en erfpachtsovereen
komst bij de goedkeuring die de gemeenteraad aan gronduitgifte moet
geven. De vakbonden en de industrie moeten het dan wel eens zijn over
het sociaal statuut alvorens de aanvrage tot gronduitgifte of -uitbreiding
wordt ingediend en behandeling in dé gemeenteraad plaatsvindt. Op de
ze wijze kan door het gemeentebestuur een stap in de richting van een
grotere economische democratie worden gezet, die op den duur ook een
gunstige invloed op de deelname aan de nu nog uitgeholde politieke
democratie zal kunnen uitoefenen.
Medezeggenschap op maatschappelijk terrein. Met heel
veel instemming hebben wij via de pers kennis genomen van het advies,
dat de commissie-Van der Burg aan de minister van C.R. M. heeft uitge
bracht. Wij hebben het rapport inmiddels enkele dagen in ons bezit,
maar wij hebben het nog niet kunnen bestuderen. Eén van de aanbeve
lingen is -- ik haal dat uit de samenvatting die ik in de vakliteratuur
heb gelezen dat de overheid instellingen, waaraan zij subsidie geeft,
op straffe van verlies van subsidie tot democratisering moet kunnen
dwingen. De commissie gaat hoorzittingen houden waar instellingen
hun zegje kunnen doen. Het denken in de commissie schijnt nog niet
bij een medewerkers-zelfbestuur uit vte komen, maar streeft naar een
zogenaamd machtsevenwichtmodel in het bestuur. Dat wil zeggen dat
in het bestuur zowel werknemers, personeel, cliënten als derden zitting
moeten hebben. Het zou teveel tijd vergen om nu in de historie terug
te kijken, maar een belangrijk deel van wat wij tegenwoordig welzijns-