18 NOVEMBER 1975
905
wel eens zouden kunnen aanspreken. Denkt u bijvoorbeeld maar eens
aan de discussies rond "Het Ei". Er is dus sprake van een duidelijke po
litieke opstelling van de fracties van C.D. A. en V. V.D. maar dan
wél machtspolitiek terwijl de beide fracties steeds verklaren dat zij een
dergelijke politiek zouden verafschuwen. Hun daden spreken echter an
dere taal.'
Wat moeten wij als minderheidsfracties nu in deze situatie
doen? De federatie van fracties heeft tot nu toe serieus getracht haar
verkiezingsopdracht en haar verantwoordelijkheid voor het bestuur van
de stad waar te maken. Vooral dit laatste is voor alle leden van onze
fracties en voor onze progressieve achterban van zeer groot belang. On
ze inzet en inbreng worden door C. D.A. en V.V.D. vol onbegrip bena
derd; het college vanuit de contacten met de burgers adviseren heeft
weinig zin. Het vervult door de houding van het college en de meerder
heidsfracties ook geen enkele functie. Men vindt het in feite maar las
tig, want men moet er alsmaar naar luisteren terwijl men niet van plan
is er ook maar iets mee te doen. Ook voor onze kiezers en burgers is
het om triest van te worden. Zij vragen hun raadsleden bepaalde dingen
in te brengen, maar merken dat het college en de C. D.A. - en V. V. D. -
-fracties er geen oor woor hebben. Deze fracties vinden blijkbaar dat
zij op andere wijzen al voldoende worden geadviseerd. Het adviseren
van het college vanuit de gewone burgerij kunnen wij dus eigenlijk maar
het beste achterwege laten. In het afgelopen jaar hebben wij geprobeerd
onze taak als bestuurder van de stad en volksvertegenwoordiger tussen
en met de burgerij uit te voeren. Wij hebben daarbij heel wat burgers
ontmoet; de ontmoetingen van de vorige week waarop al is geduid --
met groepen burgers over de begroting en de contacten met de burgers
van de binnenstad waren waardevol en vielen bij allen in de smaak.
Door de houding van C.D. A. en V.V.D. gedwongen, zouden wij hier
voor in de toekomst nog meer tijd beschikbaar kunnen stellen indien
het niet op prijs gestelde adviseren van het college achterwege kan blij
ven De consequentie hiervan zou zijn dat de volledige discussie in
de raad moet plaatsvinden. Het blijft naar onze opvattingen een moge
lijkheid die het overwegen waard is. Een ongewijzigde situatie kan ook
nog tot andere moeilijkheden leiden. De voorzitters van de fracties zijn
met de voorzitter van de raad in bespreking over het functioneren van
deze raad. Dit gesprek zou, mits het tot een concrete positiebepaling
en mogelijke afspraken leidt, verdere moeilijkheden kunnen voorkomen.
Ook op wat langere termijn, bijvoorbeeld voor een volgende raadsperi
ode, kan de huidige situatie in de raad belangrijke consequenties hebben.
Een schimmenspel als dat van de eerste ontmoeting tussen de fractie
voorzitters en de voorzitters van de raad moet maar niet te lang worden
voortgezet.
Gelijkwaardigheid. In deze samenleving -- Mart Jonge-
neel en Luce Paulussen hebben daar ook al op gewezen -- bestaat op
alle terreinen nogal veel ongelijkheid. Toevallig verkregen hoedanig
heden op velerlei terrein, verder tot ontplooiing gebracht op kosten en
vaak ten koste van de samenleving, worden onevenredig beloond en van
status voorzien. Het gevolg daarvan is dat in die samenleving de solida
riteit zoek en van gelijkwaardigheid nog geen sprake is. Deze gemeen
schap heeft zijn vorm gekregen door eenzijdig van de vrijheidsgedach
te uit te gaan; daaruit zijn bevoorrechte groepen ontstaan die over tal