18 NOVEMBER 1975
909
Motie-Crul nr. III.
"De raad van de gemeente Breda,
in vergadering bijeen op 18 november 1975,
gehoord de algemene discussie rond het te voeren beleid in
1976,
overwegend, dat de betrokkenheid van de burgers bij het
functioneren van de overheid toeneemt,
dat de overheid hiermee gebaat is omdat de noodzakelijke
maatregelen meer verantwoord genomen kunnen worden en
door de betrokkenen meer als eigen ervaren en gedragen
worden,
dat ook de burgerij ermee gebaat is omdat de eigen wensen
bij de besluitvorming meer tot hun recht komen,
dat door deze ontwikkeling een verdere stap gezet wordt
op de weg naar een functioneren van het stadsbestuur na
mens en vanuit de gehele bevolking, een stap op weg naar
een meer inhoudsvolle democratie,
signalerend, dat in Breda bij veel overheidsprojecten het
inschakelen van de bevolking nog tekort schiet,
geeft het college in overweging het betrekken van de be
volking bij de overheids-activiteiten tot een hoeksteen van
haar beleid te maken,
zich bereid te tonen, zich omtrent de steeds wisselende
praktische vorm hiervan door deskundigen te laten advise
ren en zich bereid te tonen uitvoerige eventueel experimen
tele vormen van inspraak toe te passen,
zeker bij de belangrijke'beslissingen waar de stad voor
staat.
Motie-Crul nr. IV.
"De raad van de gemeente Breda,
in vergadering bijeen op 18 november 1975,
gehoord de algemene discussie rond het te voeren beleid in
1976,
overwegend, dat het beleid behoort uit te gaan van de prin
cipiële gelijkwaardigheid van alle mensen,
dat het beleid behoort te zijn gericht op het realiseren van
een samenleving gekenmerkt door solidariteit,
erkennend, dat werkelijke solidariteit niet beperkt kan wor
den tot de bevolking binnen de grenzen van eigen stad of
het eigen land.