18 NOVEMBER 1975
917
Ik begrijp niet precies wat de heer Geene bedoelt wanneer
hij van een gemis aan een totaal overzicht spreekt. Wij hebben juist ge
tracht een en ander te ondervangen door u onmiddellijk na de college
vergadering van 18 juni een volledig overzicht van de nieuwe punten
binnen het budget, de kwestie van de 2,5°]o en de niet gehonoreerde
claims te verstrekken. Toen wij in de voorjaarsbegroting over de budget
verdeling spraken hebben wij al gesteld dat de raad ook met deze nieu
we methode moet leren werken. De raad zal naar onze overtuiging door
middel van het totaal der commissies moeten bepalen op welke plaat
sen men wil vermeerderen dan wel verminderen. Dat hebben wij reeds
in de voorjaarsvergadering gesteld en vandaar ook dat wij onmiddellijk
na de collegevergadering van 18 juni hebben gezegd dat deze kwestie
naar de raad toe moest om het inzicht zo breed mogelijk te doen zijn.
Als u van mening bent dat het inzicht nóg breder moet zijn en als u zelf
nog wat dieper in de materie wilt duiken om te bezien of hier en daar
wat kan worden besnoeid, ben ik altijd gaarne bereid daarover te praten.
Vervolgens heeft de heer Geene gezegd dat door verbete
ring van de financiële positie mogelijk fikse bedragen voor de Haagse
Beemden en de binnenstad kunnen worden geblokkeerd. Ik wil hem erop
wijzen dat die blokkering niet binnen het budget plaatsvindt. Zij ge
schiedt door blokkering van reserves en behoeft dus eigenlijk niet met
het huishoudgeld van de gemeente te worden betaald. Ik signaleer dit
alleen om eventuele misverstanden te voorkomen.
Wat de heer Crul betreft meen ik toch te mogen constateren
dat wij al wat terrein winnen, want hij beschouwt de nota van aanbie
ding als een, in de door het college gepresenteerde vorm, goed op een
rijtje gezet overzicht van louter cijfers. Het vorig jaar waren het nog
de ambtenaren, nu vindt hij dat het college het goed heeft gedaan en
wat dat betreft gaat het college dus al iets vooruit. Ik wil er echter toch
vanuit het diepst van mijn overtuiging op wijzen dat dit de grondslag is,
waarop het beleid kan worden gebaseerd. Wij zijn inmiddels zo ver ge
vorderd dat wij met de meerjaren-budgetcapaciteit van de inkomsten
alsmede met de methodiek van de verdeling voor verschillende fjaren
technisch gereed zijn. Het is ons voornemen in het begin van het vol
gend jaar het gehele ambtelijk apparaat aan het werk te zetten teneinde
onderbouwd met wensen, met verlangens en met beleid tegen het einde
van dat jaar een beleidsnota en een meerjarenbegroting aan u te kunnen
resenteren. Te dien aanzien moet wel met enige maanden speling re
ening worden gehouden. Wij zullen u dan een beeld kunnen geven van
hetgeen wij op langere termijn met de stad willen doen, maar dan niet
alleen in woorden doch tevens met cijfers onderbouwd. Dat houdt wél
in dat de behandeling van de begroting voor het volgend jaar voor zover
wij dat kunnen beoordelen nog op de oude wijze zal moeten plaatsvin
den, omdat het ambtelijk apparaat het anders niet allemaal kan verwer
ken.
Wethouder DE RAAFF: De heer Geene heeft grote waardering
en dank uitgesproken ten aanzien van de enorme prestaties die de amb
tenaren ook in het afgelopen jaar weer hebben geleverd. Ook de heer
Dees heeft zijn respect betuigd voor de wijze waarop het ambtelijk ap
paraat zich van zijn taak heeft gekweten en tenslotte heeft de heer Crul