930
18 NOVEMBER 1975
regelen. In de tweede plaats stellen wij ons voor twee verdiepingen ge
durende zeven jaar aan V, en D. te verhuren, waarbij wij het bijzonder
plezierig vinden eindelijk een door de gemeente geïnitieerde fietsenstal
ling in de binnenstad te kunnen beginnen. Dat is de bedoeling van de
aankoop van het pand aan de overkant. Een en ander zal morgen in het
college worden besproken.
Ik kom vervolgens bij de rehabilitatie, renovatie, sanering
en het groot onderhoud. Dit is een vrij complexe problematiek waar ik
in het kort het volgende over wil zeggen. Ik mag u verwijzen naar de
eerder uitgebrachte nota huisvesting en de supplementen 1 en 2, waar
in is gedtaleerd wat wij in de renovatiegebieden zullen gaan doen.
Het is een bijster boeiend proces geweest dat wij met bijzonder grote in
spanning van het gemeentelijk apparaat en zeker van de ambtenaren
van openbare werken en sociale zaken bijna hebben volvoerd. Op korte
termijn zullen 750 huizen van het vooroorlogse woningbestand in de bin
nenstad van Breda gerenoveerd zijn. De actualisering van de financiële
implicaties zal geschieden en bovendien zult u op niet al te lange ter
mijn een actualisering van de financiële implicaties van het groot on
derhoud ontvangen. Dat is namelijk de volgende fase waar wij al mee
bezig zijn: de renovatie en het bijstellen van het na-oorlogs woningbe-
zit. In al die tijd -- dit in de richting van de heer Dees -- zullen wij
ons moeten beraden over de conflictsituatie tussen renovatie en sloop.
De heer Dees heeft overigens terecht opgemerkt dat het niet alleen een
kwantitatieve weging in centen betreft, maar ook een kwalitatieve,
een maatschappelijk-sociale weging in het kader van een gehechtheid
aan de buurt, aan de eigen woning enzovoort. Een duidelijk voorbeeld
van dat wegingsproces doet zich op dit moment in de Gerardus Majel-
lawijk voor. U weet dat ons uitgangspunt eigenlijk het slopen van 330
woningen en het herhuisvesten van de huidige bewoners is. Wij zijn in
discussie over de laatste 75 tot 80 woningen, waarbij de bewoners zich
op het standpunt van renovatie stellen en de gemeente van het stand
punt van sloop uitgaat. Wij kunnen op die manier in een renovatie pro
cedure verzeild raken waar wij niet meer uit komen en ik ben er dan
ook bijzonder blij om dat er een discussieplafond is gecreëerd, waarbij
de gemeente, de bewoners en de in de Stichting Ombudsman vertegen
woordigde deskundige bewoners om de tafel gaan zitten om de kwanti
tatieve en kwalitatieve weging duidelijk in het belang van de bewoners
te doen plaatsvinden.
Het genoemde vijfjarenplan voor de groot onderhoudssituatie
is eigenlijk een zevenjarenplan, dat in de tweede aanvullende nota huis
vesting is omschreven. Vanmorgen hebben wij in teamverband een
voorstel aan het college geformuleerd om tot een beleidsplan voor de
oude woongebieden in de binnenstad en eigenlijk ook daar buiten te ko
men, zodat wij op basis van de totale stadssaneringsproblematiek tot een
gemotiveerde, aanpak van saneringsgebieden zullen komen. Zoals u weet
heeft de raad als eerste gebied voor Tuinzigt-Oost gekozen, maar wij
willen deze gang van zaken in de stad Breda gemotiveerd voortzetten.
Wat betreft de samenwerking met de woningbouwverenigin
gen vraagt de heer Geene hoe het met de motie van het C.D.A. terza
ke van de integratie woningbouwverenigingen is gesteld. Ik wil volstaan
met te zeggen dat dit een zeer epineus punt is, een punt dat met om-