938
18 NOVEMBER 1975
cifiek op de situatie binnen het gemeentelijk apparaat gericht. Ik meen
dat de strekking van de opmerkingen van de heer Jongeneel iets breder
is en dat hij ook heeft gevraagd wat wij er nu als gemeente aan doen.
Het lijkt ons tamelijk moeilijk er specifiek iets aan te doen, maar wij
hebben wel de indruk dat de versterking van de normale werkgelegen
heid ook in algemene zin een vergroting van de part-time werkmoge-
lijkheden met zich brengt. Dit heeft duidelijk onze aandacht en wij
zullen deze vraag aan het gewestelijk arbeidsbureau voorleggen om te
zien of in dit verband tot een betere bemiddeling kan worden gekomen.
Ik wil in dit kader meteen de vraag met betrekking tot de vervroegde
pensionering meenemen. Wij moeten ons realiseren dat het gewestelijk
arbeidsbureau in de huidige situatie compleet overbelast is en het is
dan natuurlijk erg gemakkelijk te zeggen dat het arbeidsbureau niet op
timaal functioneert. Ik meen dat daar de nodige redenen voor aan te
voeren zijn en dat men het ook zelf gaarne anders zou zien. De aan
dacht, die voor het arbeidsbureau nieuwe stijl wordt gevraagd, zal in
overleg met het G. A.B. verder worden aangekaart.
Met betrekking tot de "tweede trekker" -- en dan hebben wij
het niet over beplantingen -- zijn vaniait de raad al de nodige opmer
kingen gemaakt. Ook vanuit werkgelegenheidsopzicht gezien meen ik
daarop nog even te moeten ingaan. Men dient zich allereerst te reali
seren dat zo'n "tweede trekker" er alleen mag komen indien dit ook
functioneel nodig is. Dat geldt zowel voor Reimerswaal als voor de
tweede nationale luchthaven. Daarnaast dient men er rekening mee te
houden dat bijvoorbeeld de aanleg van een luchthaven een voorberei
dingstijd van twintig jaar vergt. Dat betekent dat het op korte termijn
geen enkel soelaas biedt voor welk werkgelegenheidsprobleem dan ook.
Acuut wordt er niets opgelost en wanneer wij alleen bouwen om bezig
te zijn, betekent dat in structurele zin natuurlijk dat de problemen
worden verschoven.
Met betrekking tot het behoud van werkgelegenheid wil ik
primair opmerken dat wij hebben getracht werkgelegenheid te creëren,
die structureel stabiel is. Meer dan aan het blussen van branden wordt
daarbij aan het voorkomen ervan gedacht. Wanneer een brand toch
dreigt uit te breken of inmiddels uitgebroken is, is het enige wat ons
nog te doen staat en wat dan ook met inzet van alle krachten geschiedt
bemiddeling, met name ter verkrijging van financiële steun voor het
bedreigde bedrijf. Die bemiddeling houdt met name in dat op de kortst
mogelijke termijn contact met de provinciale en de rijksoverneid wordt
gezocht. Waar het behoud van de werkgelegenheid zich concentreert
op binnen het gemeentelijk activiteitenveld liggende elementen als
bijvoorbeeld de beschikbaarheid van werkgelegenheidsterreinen, wordt
er het uiterste aan gedaan hetgeen u ook uit de woorden van wethouder
Van Dun hebt kunnen opmaken. Wij besteden continu aandacht aan het
gezond houden van het totale vestigingsklimaat en wij hopen in staat
te zijn de 1. 000 werkplaatsen, die per jaar gecreëerd moeten worden,
ook inderdaad te creëren. Ik heb daar overigens in de huidige situatie
een bijzonder hard hoofd in.
Als laatste punt rest mij de raad voor de werkgelegenheid
en de instelling daarvan. Ons standpunt zal de raad mede uit de verga
deringen met de commissie economische zaken wel duidelijk zijn. Er