18 NOVEMBER 1975
939
is zo'n verwarrende veelheid van allerlei instanties die zich op het ge
bied van de arbeidsmarkt bewegen, dat de duidelijkheid en de daad
kracht niet met nóg een instantie zijn gediend. Daarenboven vindt al
gestructureerd overleg met werkgevers en werknemers plaats, terwijl de
contacten met bijvoorbeeld het G. A.B.de Kamer van Koophandel,
de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt, het P. O. W. en het E. T. I. N.
goed kunnen worden genoemd. Het is onze overtuiging dat een raad
voor de werkgelegenheid in deze situatie geen nieuwe wegen zal kunnen
vinden en geen betere resultaten zal kunnen boeken dan thans het geval
is.
Praatjes alleen vullen geen gaatjes en dat geldt ook voor de
arbeidsmarkt. Wel creëren wij irreele verwachtingen waarvocr wij de
verantwoordelijkheid liever niet willen dragen en ingevolge deze uit
spraak houd ik er nu ook mee op.
Wethouder SANDBERG: Bijna op de scheidslijn van 18 en
19 november zou ik er allereerst mijn respect voor willen uitspreken,
dat de raadsleden na vijf uur luisteren ook nog de bereidheid hebben
mijn verhaal aan te horen. Ik zal van mijn kant trachten dit zo fris mo
gelijk te doen, maar ook op mij drukken die vijf uur uiteraard zwaar.
Ik kan dan constateren dat met betrekking tot de sector van
het ENWA -bedrijf, het vervoerbedrijf en het slachthuis geen vragen zijn
gesteld die om een concrete beantwoording vragen. Alhoewel er straks
bij de behandeling in onderdelen ongetwijfeld nog vele vragen aan de
orde zullen komen, meen ik te mogen stellen dat dat onder meet zijn
oorzaak vindt in het feit, dat er in de commissies een bijzonder goed
overleg plaatsvindt, dat er door de directie en de ambtelijke adviseurs
erg veel informatie wordt gegeven en dat door de directies met waarde
ring kennis wordt genomen van de vele vragen, opmerkingen en sugges
ties die leiden tot een betere bedrijfsvoering, tot meer service voor
de gebruikers en afnemers en wellicht tot een beter arbeidsklimaat als
mede betere werkomstandigheden.
De sector cultuur vormt daarmee een nogal schril contrast.
Wij kunnen uren en zelfs dagen over de cultuurnota praten, want in de
cultuur leven nu eenmaal vele nuances en die opvattingen kan men vaak
niet met drie woorden omschrijven. Na uren praten begint men de illu
sie te koesteren dat er een werkelijke gedachtenwisseling op gang komt.
Midden in die illusie dwarrelt er dan ineens een papier op je tafel
een stuk verantwoording heet dat dan -- waardoor die illusie volkomen
teniet wordt gedaan. Alles en iedereen wordt gekraakt en met enkele
kreten worden de werkzaamheden naar de prullenbak verwezen. Vader
Abraham schijnt in dat gebeuren ineens zo'n cultureel item te zijn dat
hij eveneens ten tonele moet worden gevoerd.
Ik wil het vanavond gaarne over andere dingen met u heb
ben. Dankzij de inspanning van heel veel mensen is er veel meer in de
sector cultuur gebeurd. De begroting, die thans voor u ligt, is geen ver
zameling van begrotingen van verschillende instituten die willekeurig
met een nietje aan elkaar zijn gehecht of in dit geval zijn ingebonden.
De begrotingen van bijvoorbeeld de muziekschool, de bibliotheek, de
schouwburg, "de Beyerd", het archief en het bureau culturele zaken
zijn u vanavond weliswaar in verschillende boeken gepresenteerd, maar