RAADSVERGADERING
2 2 të/ë
ONTWERP
20 NOVEMBER J97^esfIssing
(MIDDAG)
Agenda: Behandeling begroting 1976.
Aanwezig: MEVR. H. KOEK-VAN MERKOM M£VR-.M-L.^...£A.U.L.USSENw^
MEVR. J.A.W. VAN ROOIJ-VAN DEN HEU 'ELB MEVR. J. C. STUTTER
HEIM-EDELING, alsmede de heren J. B. VAJ AjfereabNK.-L.-A- M. V
BANNING, DRS. TH. A.M. BECKERS, H.
KAMP, C.J. CRUL, DRS. D. J. D. DEES, H.C. VAN DONGEN, J. DRÉEF
J. P. A. VAN DUN, C.A. VAN DUIJL. J. W. G. GEENE, G. H. J. GIELEN,
J. P. M. GOOS, J. A. VAN GRAAFEI LAND, J. P.A. HENDRIK SEN, M. F.
JONGENEEL, A.P. J. KAARSEMAKER. P. M.J.F. X. KOERTSHUIS, A. B.
KRAMER, G.C.M. LAMBREGTS, H. VAN MALE, H.A. MARTENS, J. P.
OOMEN, A.H.W. M. DERAAFF, JHR. R. G. P. SANDBERG, A.R.J. M.
SUURMEIJER, J. P. W. A.A.M. TAKS, J. C. A.M. VEELENTURF, DR.
M. A.J. VISSER, DR. R. W. WELSCHEN, IR. J. G. TEN WOLDE en J. A
VAN DEN WIJNGAARD.
Afwezig met kennisgeving: de heren G.J. C.J. EISSENS en DRS.
P. P. R. A.M. Houben.
Voorzitter: de heer IR. W, J. L. J. MERKX, burgemeester.
Secretaris: de heer DR. J. P. A. VAN pEN DAM, gemeente
secretaris.
DE VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 15 van het reglement
van orde voor de vergadering van de gemeenteraad.
Thans zijn aan de orde de replieken van de fractievoorzitters.
U hebt in het tijdschema gezien dat voor drie fractievoorzitters hiervoor
twintig minuten zijn uitgetrokken en voor de fractievoorzitter van de
P. P. R. vijftien minuten. Ik wil ten aanzien van de replieken dezelfde
volgorde betrachten welke dinsdagavond bij de algemene beschouwingen
in acht is genomen.
De heer GEENE: Bij de algemene beschouwingen die ik namens
mijn fractie ter gelegenheid van de begrotingsbehandeling voor 1976
heb gehouden, heb ik geruime tijd bij de onderlinge verhoudingen bin
nen ae raad, het functioneren van de commissies, het behartigen van
de belangen van de gemeente Breda en die van de inwoners van onze
stad stilgestaan. Het is tekenend dat iedere fractievertegenwoordiger
of -vertegenwoordigster vanuit zijn of haar eigen kijk op de zaken vrij
langdurig" over het raads- en commissiefunctioneren heeft gesproken.
Eenieder heeft dit in eigen toonaard en met eigen woordkeus en tempera
ment gedaan. Men zou kunnen zeggen dat ieder vogeltje zingt zoals
het gebekt is. Opvallend is hierbij dat de inhoud van het gesprokene
een afspiegeling is van de geestesgesteldheid waarvan men is vervuld
en dat deze een kijk geeft op de waarachtigheid die men al of niet wil
betrachten en op de doelstellingen die worden nagestreefd.
U, mijnheer de voorzitter, hebt de oppositie geantwoord met
betrekking tot de positie van de voorzitter van de raad en het functio
neren van de commissies en de raad. Wij behoeven op het antwoord dat
U in dezen aan de oppositie hebt gegeven niet nader in te gaan, want
wij kunnen ons daarmee verenigen. Voor ons blijft de vraag of wij in