94
13 FEBRUARI 1975
timent -- dat wij nu voortaan maar het zogenaamd schone compartiment
moeten noemen -- herhaaldelijk een duidelijke troebeling heeftvoorge-
daan, terwijl voorts het zuurstofgehalte scherp is gedaald. Beide ver
schijnselen wijzen er op dat men bijna moet gaan spreken van een direc
te lozing op de gehele Emerput in plaats van op één compartiment.
In verband hiermee zou ik het college de volgende vragen willen
stellen.
1. Kan het college aan de hand van cijfers laten zien dat de kwa
liteit van het water in het schone compartiment niet in gevaar is geweest,
zoals van de kant van de C. S. M„ in de krant wordt beweerd?
2. Is het college er, nu deze breuk zo kort na het aanleggen van
het scherm is opgetreden, nog steeds van overtuigd dat het aangebrach
te scherm een afdoende bescherming van het schone gedeelte inhoudt?
3. Indien vraag 2 ontkennend wordt beantwoordt, welke stappen
heeft het college dan inmiddels ondernomen om de vervuiling van het
schone gedeelte in de toekomst tegen te gaan?
De heer CRUL: Ik zou enkele vragen willen stellen over het func
tioneren van de commissies en de raad, in het bijzonder op het gebied
van de ontvangst van de stukken. Mijn vragen behoeven naar ik meen
een korte toelichting.
Wij amateur-politici moeten alle zeilen bijzetten om hetgeen de
beroepspolitici aan ons voorleggen goed te kunnen volgen en tot een goe
de afweging voor de besluitvorming te komen. De beschikbare informa
tie is daarbij een belangrijk punt. Helaas blijkt het niet mogelijk te zijn
de stukken voor raad en commissies tijdig ter beschikking te stellen. Om
in voetbaltermen te spreken: het college zet de raad op die manier wel
enigszins buiten spel, naar onze mening sinds september bij herhaling.
Wie de spelregels -- die toch zijn afgesproken -- overtreedt, verdient
naar de mening van de federatie van fracties van P. v, d. A. en P. P. R.
de gele kaart. Ik wil deze kaart dan ook tonen. Wij hebben er al een
rode rand omheen gemaakt -- aan de achterkant is de kaart ook rood
omdat deze gele kaart iets meer inhoudt dan alleen de waarschu
wing die in de voetbalsport door een dergelijke kaart tot uiting wordt ge
bracht. Op de kaart staan de vragen die wij aan het college zouden wil
len stellen. Zij luiden als volgt;
1. Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het samenstellen van
de agenda voor de raad en de commissies?
2. Op welke manier wordt deze verantwoordelijkheid geëffectu
eerd?
3. Is het college bereid op de agenda's voortaan slechts punten op
te nemen waarvan de behandeling naar zijn overtuiging door de raads
leden in de beschikbare tijd op een verantwoorde wijze kan worden voor
bereid?
4. Is het college bereid de in het reglement van orde genoemde
minimumtermijn voor de toezending van de stukken -- voor de raad acht
dagen, voor de commissies vier dagen -- slechts bij zeer hoge uitzonde
ring toe te passen?
Mijnheer de voorzitter. Ik zou de kaart bij dezen graag aan u wil
len laten overhandigen.
De VOORZITTER: Moet dat officieel gebeuren? Ik geloof van niet.
De kaart kan voorlopig in de buurt van de secretaris worden gelegd'
De heer BECKERS; In het begin van de vergadering heeft de heer
Broeders een vraag die ik wilde stellen naar de rondvraag verwezen. Ik