956 20 NOVEMBER 1975 genoemd, een merkwaardig en interessant voorbeeld. Natuurlijk is het college met inbegrip van ae voorzitter ingehuurd om zaken voor te be reiden, maar het is ook ingehuurd om afspraken na te komen die al jaren geleden zijn gemaakt, namelijk onder andere de afspraak dat commis sies en raad in een vroeg mogelijk stadium bij de beleidsvoorbereiding zullen worden betrokken. Als u zich als college hiervan distantieert moet dat punt opnieuw aan de orde komen. Natuurlijk mag en moet u als college een eigen mening hebben en moet u bij uw meningsvorming zaken tegen elkaar afwegen. Voor u was blijkbaar wel voldoende infor matie rond de taptoe aanwezig om een principe-besluit te nemen. U weet heel goed wat principe-besluiten van uw college betekenen; zij kunnen een vergaande betekening bij de beleidsvoorbereiding hebben. U behandelt de raadsleden als onmondige mensen die nog niet in een vroeg stadium zaken tegen elkaar zouden kunnen afwegen. Met die af weging door de raad zou uw college dan verder kunnen werken en de taak verrichten waarvoor u bent ingehuurd; u kunt dan het wegings proces met de mening van de raad en de commissies verder uitwerken Ik wil in dit kader nog een ander interessant probleem en merk waardig voorbeeld noemen, namelijk het pretpark "Joan Haanappel". Tenslotte ga ik wat uw portefeuille betreft nog in op de toepas sing van artikel 18 van de Drank- en Horecawet bij de ontwikkelingen in Ginneken. Dit is een goede zaak, want daarbij hebt u wel geluisterd naar en contact gehad met de burgers. U maakte daarbij wél duidelijk een politieke keuze, ook ten aanzien van de economische macht, al thans gezien hetgeen wij u daarvoor tot nu toe hoorden zeggen. Overigens hebben onze fracties als eersten u hieromtrent om een preadvies ver zocht. Door de fracties van V. V. D. en C.D. A. werd dat afgewezen, maar enkele weken later werd bij de begrotingsbehandeling --de heer Dees heeft daar zojuist op gewezen -- een motie aangenomen, die ook door ons werd ondersteund. Wij claimen in dezen echter niets, want het gaat ons om het belang van de burgers die duidelijk hun stem hebben laten horen. Een en ander heeft de heer Broeders nogal emotioneel aange sproken. Ik vind het een goede zaak als in de politiek zaken de mensen emotioneel raken, maar in dit geval meen ik dat hij een aantal op merkingen verkeerd heeft begrepen. Ik heb geprobeerd te zeggen dat medezeggenschap in de bedrijven en het vergroten en stimuleren van de mogelijkheden daartoe voor mensen die in de bedrijven werken van groot belang is en dat dit zijn uitwerking zal hebben op de politieke democratie en de motivering van mensen om deel te nemen aan het maatschappelijk proces. Als er een gedemocratiseerd bedrijfsleven is zal dat invloed op de deelname van de burgers hebben. In dit verband stelde ik dat dan ook de mensen die de fabriekspoort uitgaan vanuit dat gedemocratiseerd bedrijfsleven met een heel andere mentaliteit naar de samenleving toegaan. Ik hoop dat de heer Broeders mij nu wel heeft be grepen. Het emotionele getuigenis van de heer Broeders met betrekking tot het opkomen voor de zwakkeren in de samenlevingwaarbij hij heel eerlijk vertelde wat hij aan den lijve heeft ervaren, bracht hij in relatie tot een ander punt, namelijk het sociaal statuut en dit zat ons toch wel een beetje dwars. Hij zit met zijn collega van Graafeiland in een col legiaal bestuur en ik meen dat wij weten waar wij het over hebben als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 956