962
20 NOVEMBER 1975
De heer Geene heeft in zijn algemene beschouwingen gezegd
dat het C. D. A. op het fundament van dit moment voortbouwt en dat
is duidelijke, behoudende taal, maar ik vraag mij af of die door het
ehele C.D.A. wordt onderschreven. Ik vraag mij wel eens af of er
an geen enkele "De Zeeuw" in die rijen aanwezig is. Dit moet toch
het geval zijn, want het is toch niet mogelijk dat steeds slechts één
opvatting opgeld doet?
De heer Geene heeft vandaag nog als bijdrage tot de goede
verhoudingen gezegd dat hij aan ons eigenlijk geen boodschap heeft.
Hij neemt gewoon aan dat wij ons voorstellen uitsluitend doen en onze
opvattingen alleen maar etaleren om hier in Breda een machtspositie
te krijgen. Wij gaan er echter met name van uit dat wij verantwoorde
lijk voor het bestuur van de stad zijn. In feite staan wij tussen de be
woners om met hen samen de richting voor de stad aan te geven.
De heer GEENE: Ik moet constateren -- zojuist heb ik dat al
bij het betoog van mevrouw Paulussen gemerkt -- dat men niet goed
luistert naar wat ik zeg. Ik heb namelijk helemaal niet gezegd aat ik
geen boodschap aan de fracties van de heer Crul heb. Wel heb ik ge
zegd dat wij allemaal het goede bedoelen en op een heleboel terreinen
met hetzelfde bezig zijn. Ook heb ik gesteld dat wij onderhand wel
weten waar wij aan toe zijn en dat men blijkbaar geen boodschap aan
ons wenst te hebben. Heel duidelijk heeft de heer Crul naar voren ge
bracht dat hij de lijn van de oppositie heeft gekozen encjie wenst te
blijven volgen. Ik zie geen enkele opening meer om nog tot overleg
te komen, maar misschien kan de heer Crul nog een opening aangeven.
De heer CRUL: Uit het betoog van de heer Geene van vandaag
bleek dat voor de harde lijn zal worden gekozen. Wij begrijpen niet hoe
die lijn nog harder zal kunnen zijn dan op dit moment het geval is.
Hij opereert steeds vanuit een meerderheidspositie, waarbij hij aangeeft
en ook kan beslissen welke activiteiten in de stad zullen plaatsvinden
en welke voorzieningen zullen worden getroffen. Hoe kan hij nog harder
optreden dan hij al doet.
De heer GEENE: Daar vraagt u toch om
De heer CRUL: Wij hebben daar nooit om gevraagd. Het is
blijkbaar heel moeilijk om aan de heer Geene duidelijk te maken --
volgens mij is het hem echter wél duidelijk dat hij vanuit een
machtspositie opereert en vanuit die positie gewoon zijn wil aan de
totale raad oplegt. Dat is een machtspositie die naar zijn opvattingen,
die hij steeds heeft geëtaleerd, ondemocratisch is, maar die hij toch
gebruikt. Hij gaat daar zelfs mee door, want zowel dinsdag als vandaag
heeft hij daf kenbaar gemaakt.
De heer DEES: Er is één punt waaraan de heer Crul voorbijgaat.
Wij wijzen de meeste stellingen en opvattingen die hij in de raad heeft
gebracht gewoon af, omdat wij die slecht vinden.
De heer CRUL: Dat is dan een keuze die de heer Dees al eerder