20 NOVEMBER 1975 983 Een tweede probleem wordt gevormd door de niet optimale ontplooiingsmogelijkheden van mensen uit alle milieus, die hun zeer verschillende talenten moeten zien te ontplcoienin een strakke, klas sikale school met een heel duidelijk eenheidsprogramma. De vraag dient te worden gesteld wat wij in Breda kunnen doen om op dat punt enige verruiming aan te brengen. Het derde probleem waarover wij zouden willen spreken hangt samen met de in Breda in zeer geringe mate aanwezige mogelijkheden om buiten de school-types om nog vorming te krijgen. Wij zouden dan ook kunnen spreken over de geringe mogelijkheden tot permanente edu catie. Op gemeentelijk niveau is aan deze problemen echt wel wat te doen. Een eerste vereiste is natuurlijk dat de problemen worden .ge zien en dat er eens fors over wordt nagedacht. Wij hebben het gevoel dat dat op dit ogenblik door het gemeentebestuur niet voldoende wordt gedaan. Het uitstippelen en formuleren van een totaal beleid van onder wijs en vorming -- meer dan van een beleid ten opzichte van bijvoor beeld scholenspreiding of de anderen dingen waar wij op dit ogenblik mee te maken hebben - -is een zeer ingewikkeld proces, zeker wanneer wij een uitbreiding tot een leeftijd van 2 tot 100 jaar gewenst achten, waarbij dan wordt aangenomen dat wij binnenkort de gemiddelde leef tijd zó ver zien stijgen, dat wij daaraan toekomen. Wij zouden de sector onderwijs graag uitgebreid willen zien, tenminste met de peuter speelzalen en ook met de permanente educatie die zo lang kan door lopen als de mensen zelf willen. Op dat punt zou ik enkele concrete voorstellen willen doen. Op de eerste plaats zou de sectornaam "onderwijs" enigszins moeten worden verruimd. Wij hebben overwogen of er een wetnouder van edu catie dan wel een wethouder van vorming en onderwijs zou moeten ko men; graag zouden wij de mening van de wethouder in dezen willen vernemen. Op de tweede plaats zouden wij willen vragen of de wet houder mogelijkheden ziet om te doen wat de onderwijscommissie her haaldelijk uitdrukkelijk heeft gevraagd, namelijk de coördinatie peuterspeelzalen en de coördinatie permanente educatie bij de sector onderwijs onderbrengen. Dat wil niet zeggen dat andere sectoren daar bij niet zouden kunnen meespreken: het tegendeel is natuurlijk het ge val. Het lijkt ons echter verstandig een totaal programma voor vorming en onderwijs te maken waarin deze sectoren worden ondergebracht. Er is nog een derde manier waarop men naar onze mening te werk moet gaan als men een beleid met betrekking tot vorming en onder wijs van de grond wil brengen dat zo ruim is als wij het graag zouden willen zien. Deze derde manier is natuurlijk versterking van het bureau onderwijs. Op dit ogenblik werkt het bureau onderwijs de taken, waar het voor staat, -- voor zover wij dat kunnen beoordelen -- uitstekend af. Er zijn echter enkele andere taken, die het stadsbestuur dient te vervullen maar die het bureau onderwijs onmogelijk tot de zijne kan gaan rekenen. Naar ons gevoel moet het bureau onderwijs worden uit gebreid met onderwijs- of vormingsdeskundigen. Ook op dat punt zouden wij graag de reactie van de wethouder vernemen. Voorts zouden wij graag van de wethouder horen of hij niet met ons van mening is dat het weinig zin heeft gei/soleerde onderwijs- maatregelen te nemen, bijvoorbeeld met het oog op hei wegnemen van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 983