988 20 NOVEMBER 1975 subsidie peuterspeelzalen 100. 000, -- extra wordt geraamd. Voldoende ondersteund zijnde maakt dit amendement mede onderwerp van beraadslaging uit. De heer BRUMMELKAMP: Mijn opmerkingen zullen betrek king hebben op de financien, derhalve op onderdeel van de porte feuille van de heer Broeders. Bij het nalezen van de opmerkingen die verleden jaar over het onderdeel financien zijn gemaakt, viel mij op dat enkele ervan ook tot uitvoering zijn gebracht. Zo is met ingang van dit jaar aange geven welke wensen voor invulling van de ruimte zijn afgewogen. Dat blijkt onder andere uit de lijst van niet ingewilligde aanvragen. Zelfs is aangegeven welke zaken voor uitvoering in aanmerking komen door interne verschuivingen of door het aflopen van oude financiële verplichtingen. Dat betekent niet dat wij nu over de begrotingsproce dure uitgepraat zijn. Een nog steeds bestaande wens van onze fracties is dat de burgers of hun organisaties bij de totstandkoming van de be groting worden betrokken. Dit zou bijvoorbeeld vorm kunnen krijgen in het beleggen van hearings door de commissies, vóórdat deze advies over de deelbegrotingen uitbrengen. Jammer genoeg is dit denkbeeld bij de laatste wijziging van het reglement van orde voorlopig afgewe zen. Toch verwachten wij wel dat de wethouder in dezen stappen gaat ondernemen. Ook zal er een vorm moeten worden gevonden om de commis sies meer inzicht te geven in de afwegingen die bepalend zijn voor het al dan niet opnemen in de begroting van bepaalde posten. Nu de eco nomische toestand nauwelijk mogelijkheden biedt tot vergroting van de financiële ruimte, zullen nieuwe projecten voornamelijk mogelijk wor den door sanering van de bestaande. Teneinde ook de raadsleden hier op greep te geven, verdient naar mijn mening instelling van een perma nente saneringscommissie overweging. Deze commissie zou ook los van de begroting voorstellen kunnen doen om bepaalde taken, die weinig zin meer hebben, te beknotten of te schrappen. Vervolgens nog iets over de eigen inkomsten van de gemeen te. De onroerena-goedbelasting kent geen enkele progressie. Een be paalde mate van belasten naar draagkracht is naar ik meen mogelijk door de belasting-vrije voet op te trekken tot een veelvoud van ƒ3, 000, -- en de daardoor te derven inkomsten te compenseren voor verhoging van het belastingtarief per schijf van 3.000, --. Ik geef dit graag in overweging. Een van de argumenten voor de onroerend- goeabelasting is geweest dat men de burger zou kunnen laten merken dat hij meebetaalt aan de uitvoering van de taken van de gemeente. Een vervolg hierop zou kunnen zijn dat de burger dan ook bij de uit voering van sommige van die taken zou worden ingeschakeld. Bij de instelling van wijkraden -- als het zo ver zou komen -- zou men dan ook moeten overgaan tot het reserveren van middelen die nu nog cen traal worden besteed, zoals bijvoorbeeld middelen die worden gebruikt voor aankleding van wijken. Ook in dezen zouden wij graag initia tieven van de wethouder zien. Tot slot z ou ik een wellicht minder prettige vraag willen stellen. Graag zou ik van de wethouder vernemen wat op dit ogenblik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 988