20 NOVEMBER 1975 997 Daarvan zou ik willen zeggen dat ik het voor zijn rekening laat omdat mij bekend is dat er met betrekking tot niveau pakketten in het onder wijs nogal wat aan de gang is. Men gebruikt niet altijd een vorm die volledig instemming heeft, maar ik denk dat wij in een tijd leven waar in wij daar rekening mee zullen moeten houden. Men kent de actie- Vrije School, er is een acktie-Nieuwe School in verband met het Jena plan en er kunnen op een gegeven ogenblik nog andere vormen tot ont wikkeling komen die naar ik meen minstens het goede effect hebben dat de onderwijswereld wordt wakker geschud en over zijn eigen situatie nadenkt. Ik geloof dat wij enigszins voorzichtig moeten zijn met de stelling dat een en ander bij het huidige onderwijs niet goed zou ver lopen, Naar mijn mening zijn er allerlei ontwikkelingen, die wij mis schien ook als raadsleden te weinig kennen. Het kan zin hebben dat door deze activiteiten het onderwijs wordt gedwongen prestatie te ver zorgen van alle dingen waar men mee bezig is. De verlaging van de factor vakonderwijs is in het betoog van de heer Welschen eveneens ter sprake gekomen. Ik heb eigenlijk de neiging daar niet zo veel over te zeggen. Men weet namelijk dat ik van mening ben dat daar een heel ander proces bij aan de gang is en dat de schoolteams veel meer door coaching in totaliteit bekwaam moeten zijn de school te leiden. De aandacht moet daarbij niet op afzonderlijke vakken maar op het gehele onderwijspakket worden ge richt. Dit voert echter te ver en ik denk dat wij het toch met elkaar eens zullen worden. Ik kan niet verteilen waarom er bijvoorbeeld geen Jena-plan- school en geen Vrije School is en waarom er geen experiment met de middenschool is aangevraagd. Ik wijs erop dat de mogelijkheid om een dergelijk experiment aan te vragen voor de gemeente zeer beperkt is. omdat wij over zeer weinig instellingen van voortgezet onderwijs be schikken, aangezien de voortgezette opleidingen in overwegende mate door het bijzonder onderwijs worden verzorgd. Daar zouden de aanvra gen mijns inziens in eerste instantie mogen worden verwacht, indien men ze zou indienen, Overigens is het bekend dat de mogelijkheden voor die experimenten beperkt zijn. Persoonlijk heb ik de overtuiging dat wij nog een vrij lange weg zullen moeten gaan. Ik vind het de moeite waard deze weg af te leggen, maar ik verwacht dat de moei lijkheden die zich daarbij zullen voordoen wellicht groter zullen zijn dat wij op het ogenblik veronderstellen. De heer Welschen heeft gezegd dat hij nog een motie in de achterzak heeft zitten. Zullen wij maar zeggen dat hij haar eruit haalt en indient? Waarschijnlijk kan ik geen antwoord geven dat hem zal bevredigen. Ik heb gesprekken gevoerd, wij hebben vraagtekens gezet en wij hebben nadere informatie op papier gevraagd om daar gezamen lijk nog eens over te spreken. Men zal begrijpen dat ik mede in het kader van de voorbereiding van de begrotingsbehandeling niet ben ge reed gekomen met een antwoord dat de heer Welschen en de raad te vreden zou kunnen stellen. Ik zou nog geen definitief standpunt willen innemen, hetgeen betekent dat de kwestie wat mij betreft nog in onder zoek is. Als de heer Welschen daarover niet tevreden is, lijkt het mij voor hem zeer eenvoudig de motie in te dienen. Mijns inziens zou het eveneens gemakkelijk zijn als de heer Welschen de motie met betrek king tot de permanente educatie thans reeds zou indienen, want op die manier zou mijn collega veel tijd hebben om zich voor te bereiden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1975 | | pagina 997