998 20 NOVEMBER 1975
Ik vraag mij af of ik nog iets over de S. A. D. moet zeggen.
Laat er hier en daar iets aan mankeren, maar de belangrijkste voor-
waarde is vervuld: degenen die het werk moeten uitvoeren, doen dat
goed.
Zou ik mijn beantwoording hiermee kunnen besluiten?
De VOORZITTER: U moet het zelf weten, hoor
Wethouder BROEDERS: ik heb de heer Brummelkamp niet
beantwoord.
De VOORZITTER: Daar heb je het al!
Wethouder BROEDERS: De heer Brummelkamp heeft gezegd
dat er zelfs enkele toezeggingen van verleden jaar zijn uitgevoerd^
Men verwacht het niet, maar het is inderdaad het geval!
Ik ben van mening dat de raad zal moeten leren werken met
de nieuwe methodiek ter behandeling van de begroting. De raad zal
zich daarop in moeten stellen en zal zijn eigen verantwoordelijkheid
moeten dragen. Wij moeten veel leren, maar de raad moet af en toe
ook nog een beetje leren! Over de methodiek wil ik altijd graag in de
commissie voor de financien spreken. Ik wil proberen dat in redelijk
heid te doen. De heer Brummelkamp heeft voorgesteld de burgers bij
de voorbereiding van de begroting te betrekken, maar dat is -- ook de
heer Brummelkamp zal dat inzien -- geen eenvoudige aangelegenheid.
Als hij dan over hearings door de commissie spreekt, schrik ik mij dood.
Wat gebeurt er dan namelijk? Een van de dingen waar de groepering
van de heer Brummelkamp aandacht voor vraagt is het totaal: men wil
geen sectorsgewijze behandeling maar men wil over al le dingen heen
kijken. Ik heb er meermalen op gewezen dat het gevaar aanwezig is
dat commissies als een soort pressiegroepen gaan optreden. Dat is
natuurlijk geoorloofd, maar men versterkt dit effect nog door per com
missie hearings te beleggen, waarbij coryfeeen uit allerlei sectoren
hun wensen en verlangen op de commissies loslaten. Misschien heeft
de heer Brummelkamp evenwel een andere bedoeling en dan zal,ik dat
wel vernemen. Ik geloof dat wij moeten proberen het geheel in ogen
schouw te nemen. Wanneer men op dit gebied concrete voorstellen of
bepaalde gedachten heeft, ben ik graag bereid in de commissie voor
de financien verder te spreken en eventueel in de raad daarop terug
te komen.
Het inzicht voor de commissies zullen wij proberen te ver
scherpen. Zoals men weet is een gemeentebegroting een moeilijk in
zichtelijk geheel, maar ik meen aal wij in onze methode erin zijn
geslaagd het wat duidelijker te maken. Men moet ernaar blijven stre
ven op nog betere wijze te werk te gaan, maar ik geloof dat wij al
een stukje op weg zijn.
Over het denkbeeld van een permanente saneringscommissie
het volgende. Ik geloof dat eigenlijk in elke sector permanent moet
worden opgelet of er iets van het oude kan vervallen teneinde iets
nieuws tot ontwikkeling te kunnen brengen. Dit kan naar ik meen het
beste beoordeeld worden in de sector waar het aan de orde komt. Het
is voor de afdeling financiën zeer moeilijk inhoudelijk te beoordelen
wat bij andere portefeuilles zou kunnen vervallen en welke nieuwe