20 NOVEMBER 1975
999
activiteiten daarvoor in de plaats zouden kunnen komen.
Door de instelling van een onroerend-goedbelasting naar draag
kracht zouden wij naar ik meen met de wet op gespannen voet gaan
leven. Ik zou dit denkbeeld nader willen bestuderen en ik zou tevens
de financiële consequenties wel eens op papier willen zien. Ik verwacht
dat deze er niet om zullen liegen! De wijkraden wil ik graag ter be
handeling voor de heer De Raaff overlaten, aangezien hij degene is die
het meeste van wijkaangelegenheden weet. De risico's met betrekking'
tot de rioolwaterzuiveringsinstallatie zal ik moeten nakijken, aange
zien deze mij op dit ogenblik niet bekend zijn.
De heer VISSER: Wij hebben geconstateerd dat het onderwijs
een mer boire is. Ook nu zou men weer heel veel los kunnen maken
en heel veel kunnen gaan zeggen. Mede omdat thans de replieken aan
de orde zijn, wil ik mij evenwel tot het uiterste beperken.
Allereerst iets over de achterstand in schoolgeschiktheid, die
de heer Welschen aan de orde heeft gesteld. Ik weet bijna zeker dat de
heer Welschen het met mij eens is, als ik zeg dat de ongelijkheid bij
de jonge mens enorm groot is. In vele opzichten is er ongelijkheid, bij
voorbeeld in lichamelijke en geestelijke motoriek, Alleen al op het
gebied van de geestelijke motoriek weet de heer Welschen, die even
eens altijd met het vak bezig is, even goed als ik dat er bijzonder
grote verschillen zijn in belangstelling, ijver, concentratievermogen,
I, Q,creativiteit, vermogen tot samenwerken, solidariteit, humor,
sportiviteit, tolerantie, prudentie, terwijl ook de kunst van het luisteren
bij de één en bij de ander verschillend is. Zo zou ik nog een hele tijd
kunnen doorgaan, maar ik zie de voorzitter al bedenkelijk kijken, dus
ik houd er maar mee op,
In ieder geval zijn er enorm grote verschillen, die zijn mee
gekregen bij de geboorte en bij de vorming van het sociale milieu, waar-
Dij natuurlijk -- om eens een oude term te gebruiken het "eerste
milieu" een grote rol speelt. De inhoud en <ie motoriek van het eerste
milieu is in dezen bijna beslissend, Er blijven altijd verschillen, ook
al geeft men nog zulk ideaal onderwijs en ook al geeft men zo veel
geld uit als men maar kan om achterstanden weg te werken. Tegen
woordig spreken wij niet meer van "kansarmen", maar is de nieuwe
term "benadeelden" uitgevonden, Dat is misschien voor de heer Van
Dongen ook prettiger, aangezien hij nogal wat bezwaren tegen het
woord "kansarm" heeft. Wij zouden beter over "benadeelden" kunnen
spreken.
De verschillen blijven bestaan en nu is het de vraag of het
onderwijs hier iets aan kan doen, Al lange tijd ziet men in -- minister
Van Kemenade heeft het al meermalen gezegd -- dat het onderwijs
ondanks alle plannen hier niet alles aan ban doen. Van belang is hoe
de samenleving ieder een eerlijke verdeling van de levenskansen biedt,
zodat het geluk van de mens voorop blijft staan.
Thans wil ik nog een opmerking maken, die tevens verband
houdt met het door wethouder Broeders gegeven antwoord, waarvoor
ik hem dank. Ouders geven tegenwoordig over het algemeen te kennen
dat de onderwijsplannen veel te ver reiken, De ouders zouden in hoge
mate bij geleidelijkheid gebaat zijn. Zij zijn van mening dat de
minister zelf de participatie in de weg staat, omdat zij het niet meer