99
17 FEBRUARI 1975
liseren, met name ook met het oog op de huidige bewoners van dit
gebied. Er zal snel een oplossing moeten komen voor hun problema
tiek in de leegte die zij thans bewonen.
De heer HOUBEN: Namens de federatie van fracties kan ik zeg
gen dat uit dit preadvies een verbetering in het denken spreekt. Er is
meer aandacht voor het wonen en wat minder aandacht voor het ver
keer, althans wat de directe dolksteek van het verkeer op het hart van
Breda aangaat. Er bestaat bij ons ook veel verwondering en bezorgd
heid over het preadvies. Wij verwonderen ons omdat het preadvies
vooruitloopt op het binnenstadsplan dat in ieder geval nog voor de zo
mervakantie zal verschijnen, en wij maken ons bezorgd omdat het
preadvies vaag is en omdat er suggesties in besloten liggen waarmee
wij het beslist niet eens kunnen zijn.
Het moet mij van het hart dat de behandeling in de commissie
voor ruimtelijke ordening zeer slecht is geweest, wij zijn van oordeel
dat onze vragen niet beantwoord zijn. Mogelijk heeft dit gelegen aan
het feit dat de houder van de betreffende portefeuille niet zelf aanwe
zig was, zodat hij moest worden vervangen.
Het is nog steeds onduidelijk wat het karakter van dit besluit is.
Nergens staat dat het een voorbereidmgsbesluit krachtens artikel 21
van de wet op de Ruimtelijke Ordening is, als gevolg van een herzie
ning zoals omschreven in de artikelen 33 en 34 van die wet. Misschien
is het toch een dergelijk besluit, maar ons ontgaat dat temeer omdat
in het preadvies ten behoeve van een krediet voor riolerings- en be
stratingswerkzaamheden, dat binnenkort in de commissie voor openba
re werken aan de orde zal komen, wordt gesproken over het informe
ren inzake andere plannen. Wij zouden dan ook ten aanzien van de
aard van het besluit graag willen weten waarover wij praten; gaat het
zo maar om een veranderde visie of gaat het om een besluit in de zin
van de wet op de Ruimtelijke Ordening?
Onze bezorgdheid over het feit dat hier een uiteenrafeling
plaatsvindt in de planning is door de behandeling in de commissie nog
toegenomen. Hier wordt de aanpak van een stuk binnenstad, waarin
juist integratie van functies voorop dient te staan uiteengerafeld. Nu
wordt er alleen maar gesproken over wonen en/of over verkeer, maar
dat is niet voldoende. Deze beide facetten hebben een relatie met el
kaar en zij hebben uiteraard ook een relatie met de omliggende be
bouwing alsmede met het gebeuren wat er ook zou kunnen en moeten
plaatsvinden omdat wij hier te maken hebben met de binnenstad» De
binnenstad wordt juist gekenmerkt door een veelheid van functies.
Het is ons volkomen onduidelijk wat met het wonen, zoals dat
op het kaartje van alternatief B met een arcering is aangegeven, wordt
bedoeld. Hoe zal de verdeling over hoogbouw, middelhoogbouw en
laagbouw zijn? Welke soort woningbouw wordt er bedoeld, sociale wo
ningbouw, premiewoningen of bouw in de vrije sector? Wie zullen er
moeten gaan wonen, de vroegere bewoners, mogen de huidige bewo
ners er blijven wonen? Aan welke soort bevolking wordt hier gedacht,
alleenstaanden of gezinnen? In de commissievergadering is op deze
vragen geen antwoord gekomen, want de wethouder voerde aan dat
het er niets mee te maken heeft. Wij waren geprepareerd op deze fa
cetten, wij hebben al in een vroeg stadium geprobeerd informatie te
verkrijgen en wij hebben informaties gevraagd bij de algemene be
schouwingen, in de commissievergaderingen van december en januari
naar aanleiding van de brief van de bewoners van Middellaan en Leu
venaarstraat. Er was informatie van de STAR, die overigens niet zo'n