24 JUNI 1976
1007
besproken. Na het gesprek met het provinciaal be
stuur kon het dagelijks bestuur van Nieuw-Ginneken
zich vinden in hetgeen wij van plan waren de raad
van Breda voor te stellen. Het was dan ook wel een
beetje een verrassing voor ons college in de krant
te lezen dat de gehele gemeenteraad van Nieuw-Gin
neken maar wat zijn kranteberichten als de no
tulen van de raad er niet bij liggen? de uit
spraak heeft gedaan dat een contract voor één
jaar, telkens eventueel met een jaar te verlengen,
zou moeten worden gesloten. Ik heb veel liefde
voor Nieuw-Ginneken en ik heb veel begrip voor het
bestuur van die gemeente, maar ik kan mij niet
voorstellen dat de gedachte van een contract voor
één jaar een zinvolle gedachte van dat gemeentebe
stuur is. Ik kan mij niet voorstellen dat men, als
men bij het provinciaal bestuur zijn gram niet he
lemaal kan halen, eigen verantwoordelijkheden via
niet-zakelijke voorstellen op het gemeentebestuur
en de gemeenteraad van Breda afschuift. Met alle
begrip voor de problemen van Nieuw-Ginneken die
wij hand in hand willen oplossen, vind ik dit geen
zinnige suggestie; men mag en men kan ons daartoe
niet verplichten.
In het voorafgaande heb ik een schets van het
geheel gegeven; er is een bezoek aan het provinci
aal bestuur gebracht, er is een gesprek met Nieuw-
Ginneken gevoerd, wij hebben elkaar gevonden, er
zal voorzichtigheid met betrekking tot planologi
sche operaties worden betracht en er is een ge
spreksgroep die op korte termijn planologische
randvoorwaarden zal stellen. Dit is het beeld van
de situatie waarin wij op dit ogenblik verkeren.
Hiermee wordt niet de kwintessens van het contract
maar wèl onze eigen verantwoordelijkheid duidelijk
aangegeven
De heer Van den Wijngaard heeft gezegd dat
hij akkoord kan gaan met het tweede deel van de
motie van Nieuw-Ginneken waarin wordt bepleit
binnen één jaar een landschapsplan vast te stel
len. Ik meen dat de heer Van den Wijngaard terecht