1016 24 JUNI 1976 lijk dat dit dan tot vervanging van de stortplaats in Bavel en niet tot een aanvulling daarop zou moeten leiden. Mijn groepering heeft echt wel begrepen dat het uitsmeren van investeringen over tien jaar voor Breda lagere kosten met zich mee zal brengen dan het doen van investeringen waarbij althans in de eerste instantie zekerheid over ongeveer vier jaar wordt gegeven. Het kostenaspect moeten wij goed bekijken. De andere fracties hebben kenne lijk gedacht: de extra kosten rekenen wij niet uit maar wij zijn er in ieder geval tegen. Er is gezegd dat voor verandering van het contract opnieuw moet worden onderhandeld en dat dit in de komende maanden niet zou kunnen. Tegen een dergelijke gang van zaken, die in onze frac ties aan de orde is geweest, hebben ook wij be zwaren, maar de situatie die nu aan de orde is en die in het bijzonder door de V.V.D.-fractie wordt geaccepteerd, is toch wel eigenaardig: er is geen tijd voor nieuwe onderhandelingen, dus moeten wij maar akkoord gaan. Het feit dat er geen tijd meer is ligt niet aan deze raad, die tot een goede be oordeling moet kunnen komen, maar aan de voorbe reiding die kennelijk niet op termijn is afgeslo ten. Hoewel ik besef dat er in het verleden veel aan is gedaan, ben ik van mening dat wij nooit in een situatie mogen verzeilen, waarin het zó laat is, dat geen verande.ring meer kan worden aange bracht, omdat er geen tijd meer is. Over het contract heeft de heer Brummelkamp al enige opmerkingen gemaakt. Ik zou nog eens duidelijk willen maken wat wij eigenlijk vragen. Van de kant van het college is gezegd dat een contract voor tien jaar wordt gesloten en dat ik voeg daaraan toe: in theorie de mogelijk heid bestaat dat over vier jaar wordt geconsta teerd dat de situatie in Bavel niet erg gunstig meer is. Wanneer dit zou gebeuren, zouden wij ik voeg er maar weer aan toe: in theorie -wel weer van het contract af kunnen. Als men daarvan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1016