24 JUNI 1976 1019 activiteit geschikt is. Bovendien is de relatie tussen het grondwater dat in Dorst wordt opge pompt en de stortplaats Bavel in het geheel niet aanwezig. De stortplaats gaat tot een diepte van 15 m, terwijl het in Dorst opgepompte water af komstig is uit de hardere lagen beneden 100 m, uit de Belgische Ardennen. Van het in dit verband gesignaleerde gevaar is dan ook naar mijn mening geen sprake. De heer WELSCHEN: Ik dank de heer Ten Wolde voor de informatie, maar het kernpunt van mijn opmerkingen is natuurlijk iets anders: er wordt kennelijk een methode gehanteerd waarbij men bij het optreden van vervuiling maar een buis legt, zodat de mensen geen problemen hebben. Dat is geen goede oplossing en daar ging het in feite om. De heer TEN WOLDEAan het betoog van de heer Goos was ik nog niet toe Ik kom tot een tweede aspect dat in dezen van belang is. Ik ben het volkomen eens met de opmer king van wethouder Van Dun dat men van een zeker vertrouwen moet uitgaan. Mijns inziens komt in de uiterlijke vormgeving van de vuilstortplaats duidelijk tot uiting dat de Grontmij daar uiter mate veel aandacht aan besteedt. Op grond van mijn dagelijkse ervaringen met betrekking tot de waterverontreiniging heb ik, gezien de aanleg van een persleiding, goede hoop dat men de toe komst ten aanzien van de extra milieuproblemen van deze stortplaats met vertrouwen tegemoet zal kunnen zien. Als de heer Goos een betoog houdt over een alternatieve oplossing in de vorm van een drinkwatervoorziening met een autosaatische installatie voor de dieren, dan heeft dit be trekking op een praktischevoor de boeren op dit ogenblik noodzakelijke oplossing waar ik vol komen achter sta. De heer Goos heeft daar hele maal niet mee gezegd dat dit een legalisatie van het min of meer vuile water van de sloot om de stortplaats zou zijn. Mijns inziens zijn de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1019