24 JUNI 1976 1031 Sindsdien is er niets gebeurd. Op de begroting voor 1975 van de gemeente Bre da staat aan subsidies voor de culturele sector een bedrag van 1.924.390, Het Brabants Orkest slokt daarvan 386.085,op. De subsidie aan het Het Brabants Orkest wordt gegeven via een zgn. "gemeenschappelijke regeling", die inhoudt dat en kele subsidiëntennamelijk de provincie en de grote steden van Brabant, door middel van het sub- sidiëntenoverleg voorwaarden scheppen, toezeggin gen doen en besprekingen voeren. Wij willen vast stellen dat wij tot nog toe zowel in de commissie als de raad zeer schaars zijn geïnformeerd over wat er in het subsidiëntenoverleg gebeurt. Dit is een gevolg van een bepaalde manier van werken, waarbij de wethouder, die overigens namens de raad aan het subsidiëntenoverleg deelneemt, overleg pleegt en vervolgens zeer concrete stukken aan de raad en aan de commissie voorlegt, terwijl het o- verleg eigenlijk al is afgesloten. In het bijzon der ten aanzien van Het Brabants Orkest zijn de raad en de commissie onvoldoende ingeschakeld. De situatie ten aanzien van Het Brabants Or kest is in vergelijking met de vorige periode e- nigszins veranderd. In de vorige periode was er geen toelichting op de landelijke situatie, maar inmiddels is een nota inzake het orkestenbestel van de kant van het ministerie verschenen, waarin vele onderwerpen aan de orde komen. Als voorbeeld noem ik: taakverbreding van de orkesten, een dien stensysteem voor de musici en de vorming van zes grote interregionale samenwerkingsverbanden. Wanneer nu de Brabantse subsidiënten over ver lenging van de gemeenschappelijke regeling ten aan zien van Het Brabants Orkest gaan spreken, zou men veronderstellen dat men een bespreking met de com missie zou voeren.Dit gebeurt echter bijna niet.De nota inzake het orkestenbestel is niet in de com missie en evenmin in de raad behandeld.Er is wel een brief van de subsidiëntencommissie naar de minis ter en de diverse gemeenten uitgegaan met een be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1031